Nederlands
Uitgebreide vertaling voor gerust (Nederlands) in het Engels
gerust:
-
gerust (zorgeloos; luchthartig; onbesuisd; onbezorgd; onbekommerd)
unconcerned; carefree; lighthearted; careless; light-spirited; easy-
unconcerned bijvoeglijk naamwoord
-
carefree bijvoeglijk naamwoord
-
lighthearted bijvoeglijk naamwoord
-
careless bijvoeglijk naamwoord
-
light-spirited bijvoeglijk naamwoord
-
easy bijvoeglijk naamwoord
-
-
gerust (rustig)
Vertaal Matrix voor gerust:
Verwante woorden van "gerust":
Verwante definities voor "gerust":
gerust vorm van rusten:
Conjugations for rusten:
o.t.t.
- rust
- rust
- rust
- rusten
- rusten
- rusten
o.v.t.
- rustte
- rustte
- rustte
- rustten
- rustten
- rustten
v.t.t.
- heb gerust
- hebt gerust
- heeft gerust
- hebben gerust
- hebben gerust
- hebben gerust
v.v.t.
- had gerust
- had gerust
- had gerust
- hadden gerust
- hadden gerust
- hadden gerust
o.t.t.t.
- zal rusten
- zult rusten
- zal rusten
- zullen rusten
- zullen rusten
- zullen rusten
o.v.t.t.
- zou rusten
- zou rusten
- zou rusten
- zouden rusten
- zouden rusten
- zouden rusten
diversen
- rust!
- rust!
- gerust
- rustend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor rusten:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
rest | afzetsel; bezinksel; depot; droesem; grondsop; overblijfsel; residu; rest; ruststand; rustteken; sediment; steuntje; zetsel | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
repose | relaxen; rusten; uitrusten; verpozen | |
rest | relaxen; rusten; uitrusten; verpozen | |
take a rest | relaxen; rusten; uitrusten; verpozen |