Nederlands
Uitgebreide vertaling voor gerief (Nederlands) in het Engels
gerief:
Vertaal Matrix voor gerief:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
comfort | gerief | behaaglijkheid; bemoediging; comfort; geriefelijkheid; gerieflijkheid; opmontering; soelaas; troost; troosting; vertroosting |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
comfort | bemoedigen; blij maken; ondersteunen; opbeuren; opfleuren; opmonteren; troosten; verkwikken; vertroosten; vrolijker worden |
Verwante woorden van "gerief":
gerieven:
-
gerieven
accomodate; to oblige; to be of help; to help; to extend the hand; to make oneself useful-
accomodate werkwoord
-
Conjugations for gerieven:
o.t.t.
- gerief
- gerieft
- gerieft
- gerieven
- gerieven
- gerieven
o.v.t.
- geriefde
- geriefde
- geriefde
- geriefden
- geriefden
- geriefden
v.t.t.
- heb geriefd
- hebt geriefd
- heeft geriefd
- hebben geriefd
- hebben geriefd
- hebben geriefd
v.v.t.
- had geriefd
- had geriefd
- had geriefd
- hadden geriefd
- hadden geriefd
- hadden geriefd
o.t.t.t.
- zal gerieven
- zult gerieven
- zal gerieven
- zullen gerieven
- zullen gerieven
- zullen gerieven
o.v.t.t.
- zou gerieven
- zou gerieven
- zou gerieven
- zouden gerieven
- zouden gerieven
- zouden gerieven
diversen
- gerief!
- gerieft!
- geriefd
- gerievend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor gerieven:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
help | aanmoediging; aansporen; aansporing; assistentie; bijstand; boerenknecht; dienstbetoon; handreiking; help; hulp; hulpbetoon; hulpje; hulpmiddel; hulpverlening; knecht; medewerking; ondersteuning; online-Help; opwekking; redmiddel; ressource; steun; stimulans; support | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
accomodate | gerieven | accommoderen; opvangen; van onderdak voorzien |
be of help | gerieven | |
extend the hand | gerieven | assisteren; bijspringen; bijstaan; helpen; ondersteunen; seconderen; weldoen |
help | gerieven | assisteren; avanceren; bijdragen; bijspringen; bijstaan; handreiken; helpen; meehelpen; ondersteunen; promoten; seconderen; weldoen |
make oneself useful | gerieven | assisteren; bijspringen; bijstaan; helpen; ondersteunen; seconderen; weldoen |
oblige | gerieven | dwingen; dwingen te doen; forceren; noodzaken tot; verplichten |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
help | help |