Overzicht
Nederlands naar Engels: Meer gegevens...
- geradbraakt:
- radbraken:
-
Wiktionary:
- radbraken → smatter
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor geradbraakt (Nederlands) in het Engels
geradbraakt:
-
geradbraakt (gebroken)
Vertaal Matrix voor geradbraakt:
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
broken | gebroken; geradbraakt | aan scherven; aan stukken; beschadigd; defect; gebarsten; gebroken; geknikt; geruineerd; in stukken; kapot; naar de knoppen; onklaar; stuk; stukgebroken; verbroken |
exhausted | gebroken; geradbraakt | afgemat; dodelijk vermoeid; doodmoe; doodop; hondsmoe; op; oververmoeid; uitgeput; uitgeteld |
shattered | gebroken; geradbraakt | aan gruzelementen |
Verwante woorden van "geradbraakt":
radbraken:
-
radbraken
break on the wheel-
break on the wheel werkwoord
-
Conjugations for radbraken:
o.t.t.
- radbraak
- radbraakt
- radbraakt
- radbraken
- radbraken
- radbraken
o.v.t.
- radbraakte
- radbraakte
- radbraakte
- radbraakten
- radbraakten
- radbraakten
v.t.t.
- heb geradbraakt
- hebt geradbraakt
- heeft geradbraakt
- hebben geradbraakt
- hebben geradbraakt
- hebben geradbraakt
v.v.t.
- had geradbraakt
- had geradbraakt
- had geradbraakt
- hadden geradbraakt
- hadden geradbraakt
- hadden geradbraakt
o.t.t.t.
- zal radbraken
- zult radbraken
- zal radbraken
- zullen radbraken
- zullen radbraken
- zullen radbraken
o.v.t.t.
- zou radbraken
- zou radbraken
- zou radbraken
- zouden radbraken
- zouden radbraken
- zouden radbraken
en verder
- ben geradbraakt
- bent geradbraakt
- is geradbrraakt
- zijn geradbraakt
- zijn geradbraakt
- zijn geradbraakt
diversen
- radbraak!
- radbraakt!
- geradbraakt
- radbrakend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor radbraken:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
break on the wheel | radbraken |
Wiktionary: radbraken
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• radbraken | → smatter | ↔ radebrechen — eine Sprache nur recht fehlerhaft sprechen; eine Sprache nur lückenhaft bzw. unvollständig beherrschen; gebrochen sprechen |
Computer vertaling door derden: