Nederlands
Uitgebreide vertaling voor geprik (Nederlands) in het Engels
geprik:
-
geprik (gesteek)
Vertaal Matrix voor geprik:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
pricking | geprik; gesteek | |
sticking | geprik; gesteek | aanlijmen; kleven; lijmen; plakken; vastkleven; vastlijmen |
stinging | geprik; gesteek | |
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
sticking | toetredend | |
stinging | met sarcasme; op afgebeten toon; sarcastisch; schril; snijdend; stekend |