Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. gepikeerd:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor gepikeerd (Nederlands) in het Engels

gepikeerd:

gepikeerd bijvoeglijk naamwoord

  1. gepikeerd (ontstemd)
    piqued; nettled; sore
    • piqued bijvoeglijk naamwoord
    • nettled bijvoeglijk naamwoord
    • sore bijvoeglijk naamwoord
  2. gepikeerd (ontstemd; geprikkeld; wrevelig; misnoegd)
    disgruntled; put out

Vertaal Matrix voor gepikeerd:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
sore etterende wond; etterende wonde; zeer; zweer; zweren
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
put out aanbesteden; afdoen; afhandelen; afzetten; beslechten; blussen; doven; ontstemmen; smoren; stilzetten; stoppen; tot stilstand brengen; twist uit de weg ruimen; uitbesteden; uitblussen; uitdoen; uitdoven; uitmaken; uitschakelen; uitzetten
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
disgruntled gepikeerd; geprikkeld; misnoegd; ontstemd; wrevelig gebelgd; misnoegd; ontevreden; verstoord
sore gepikeerd; ontstemd aangebrand; geprikkeld; geërgerd; geïrriteerd; ontstoken; pijnlijk; pissig; prikkelbaar
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
nettled gepikeerd; ontstemd aangebrand; geprikkeld; geërgerd; geïrriteerd; pissig; prikkelbaar
piqued gepikeerd; ontstemd aangebrand; geprikkeld; geërgerd; geïrriteerd; pissig; prikkelbaar
put out gepikeerd; geprikkeld; misnoegd; ontstemd; wrevelig