Nederlands
Uitgebreide vertaling voor gemaaktheid (Nederlands) in het Engels
gemaaktheid:
-
de gemaaktheid (gekunsteldheid; geaffekteerdheid)
the affectation; the artificiality; the circumvention; the pretence; the mendacity; the sneakiness; the untruthfulness; the affectedness; the far-fetchedness; the pretense
Vertaal Matrix voor gemaaktheid:
Verwante woorden van "gemaaktheid":
gemaaktheid vorm van gemaakt:
-
gemaakt (vervaardigd; geproduceerd)
made; manufactured; produced-
made bijvoeglijk naamwoord
-
manufactured bijvoeglijk naamwoord
-
produced bijvoeglijk naamwoord
-
-
gemaakt (gecreëerd; geschapen)
-
gemaakt (gemaakte gevoelens; gedwongen; onnatuurlijk; geforceerd)
forced; enforced; strained; unnatural; artificial-
forced bijvoeglijk naamwoord
-
enforced bijvoeglijk naamwoord
-
strained bijvoeglijk naamwoord
-
unnatural bijvoeglijk naamwoord
-
artificial bijvoeglijk naamwoord
-
-
gemaakt (gekunsteld; geaffecteerd; onnatuurlijk; gezocht; gewrongen)
artificial; affected; pretended; feigned; faked-
artificial bijvoeglijk naamwoord
-
affected bijvoeglijk naamwoord
-
pretended bijvoeglijk naamwoord
-
feigned bijvoeglijk naamwoord
-
faked bijvoeglijk naamwoord
-
-
gemaakt (kunstmatig)
artificial-
artificial bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor gemaakt:
Verwante woorden van "gemaakt":
Wiktionary: gemaakt
gemaakt
Cross Translation:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• gemaakt | → affected; artificial; prim; showy; stilted | ↔ affété — Qui est plein d’afféterie dans son air, dans ses manières, dans son langage. |
• gemaakt | → artificial; affected; prim; showy; stilted | ↔ artificiel — Qui remplace la nature par l’art ou l’artifice. |
• gemaakt | → affected; artificial; prim; showy; stilted | ↔ précieux — péjoratif|nocat=1 |