Nederlands
Uitgebreide vertaling voor gelijkzetten (Nederlands) in het Engels
gelijkzetten:
-
gelijkzetten (synchroniseren)
Conjugations for gelijkzetten:
o.t.t.
- zet gelijk
- zett gelijk
- zett gelijk
- zetten gelijk
- zetten gelijk
- zetten gelijk
o.v.t.
- zette gelijk
- zette gelijk
- zette gelijk
- zetten gelijk
- zetten gelijk
- zetten gelijk
v.t.t.
- heb gelijkgezet
- hebt gelijkgezet
- heeft gelijkgezet
- hebben gelijkgezet
- hebben gelijkgezet
- hebben gelijkgezet
v.v.t.
- had gelijkgezet
- had gelijkgezet
- had gelijkgezet
- hadden gelijkgezet
- hadden gelijkgezet
- hadden gelijkgezet
o.t.t.t.
- zal gelijkzetten
- zult gelijkzetten
- zal gelijkzetten
- zullen gelijkzetten
- zullen gelijkzetten
- zullen gelijkzetten
o.v.t.t.
- zou gelijkzetten
- zou gelijkzetten
- zou gelijkzetten
- zouden gelijkzetten
- zouden gelijkzetten
- zouden gelijkzetten
en verder
- is gelijkgezet
- zijn gelijkgezet
diversen
- zet gelijk!
- zet gelijk!
- gelijkgezet
- gelijkzettend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
gelijkzetten
Vertaal Matrix voor gelijkzetten:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
put set | gelijkzetten | |
set | accumulatie; bende; benoemde set; bepaalde hoeveelheid; concours; groep; groep van twee of meer; hoop; kliek; koppel; manche; onderonsje; partij; pot; samenscholing; set; span; stel; strijd; troep; wedstrijd | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
set | gelijkzetten; synchroniseren | deponeren; initiëren; inklinken; leggen; neerleggen; neerzetten; onder water gaan; ondergaan; op gang brengen; plaatsen; situeren; stationeren; stijf worden; stremmen; zetten; zich afspelen; zinken |
synchronise | gelijkzetten; synchroniseren | afstemmen; dubben; gelijkschakelen; nasynchroniseren |
synchronize | gelijkzetten; synchroniseren | afstemmen; dubben; gelijkschakelen; nasynchroniseren; synchroniseren |
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
set | star; strak; strakgespannen; verstard |
Wiktionary: gelijkzetten
gelijkzetten
verb
-
(overgankelijk) op de juiste stand (tijd) zetten, synchroniseren