Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. gelijkzetten:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor gelijkzetten (Nederlands) in het Engels

gelijkzetten:

gelijkzetten werkwoord (zet gelijk, zett gelijk, zette gelijk, zetten gelijk, gelijkgezet)

  1. gelijkzetten (synchroniseren)
    to synchronize; to set; to synchronise
    • synchronize werkwoord, Amerikaans (synchronizes, synchronized, synchronizing)
    • set werkwoord (sets, set, setting)
    • synchronise werkwoord, Brits

Conjugations for gelijkzetten:

o.t.t.
  1. zet gelijk
  2. zett gelijk
  3. zett gelijk
  4. zetten gelijk
  5. zetten gelijk
  6. zetten gelijk
o.v.t.
  1. zette gelijk
  2. zette gelijk
  3. zette gelijk
  4. zetten gelijk
  5. zetten gelijk
  6. zetten gelijk
v.t.t.
  1. heb gelijkgezet
  2. hebt gelijkgezet
  3. heeft gelijkgezet
  4. hebben gelijkgezet
  5. hebben gelijkgezet
  6. hebben gelijkgezet
v.v.t.
  1. had gelijkgezet
  2. had gelijkgezet
  3. had gelijkgezet
  4. hadden gelijkgezet
  5. hadden gelijkgezet
  6. hadden gelijkgezet
o.t.t.t.
  1. zal gelijkzetten
  2. zult gelijkzetten
  3. zal gelijkzetten
  4. zullen gelijkzetten
  5. zullen gelijkzetten
  6. zullen gelijkzetten
o.v.t.t.
  1. zou gelijkzetten
  2. zou gelijkzetten
  3. zou gelijkzetten
  4. zouden gelijkzetten
  5. zouden gelijkzetten
  6. zouden gelijkzetten
en verder
  1. is gelijkgezet
  2. zijn gelijkgezet
diversen
  1. zet gelijk!
  2. zet gelijk!
  3. gelijkgezet
  4. gelijkzettend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

gelijkzetten [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. gelijkzetten
    the put set
    • put set [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor gelijkzetten:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
put set gelijkzetten
set accumulatie; bende; benoemde set; bepaalde hoeveelheid; concours; groep; groep van twee of meer; hoop; kliek; koppel; manche; onderonsje; partij; pot; samenscholing; set; span; stel; strijd; troep; wedstrijd
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
set gelijkzetten; synchroniseren deponeren; initiëren; inklinken; leggen; neerleggen; neerzetten; onder water gaan; ondergaan; op gang brengen; plaatsen; situeren; stationeren; stijf worden; stremmen; zetten; zich afspelen; zinken
synchronise gelijkzetten; synchroniseren afstemmen; dubben; gelijkschakelen; nasynchroniseren
synchronize gelijkzetten; synchroniseren afstemmen; dubben; gelijkschakelen; nasynchroniseren; synchroniseren
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
set star; strak; strakgespannen; verstard

Wiktionary: gelijkzetten

gelijkzetten
verb
  1. (overgankelijk) op de juiste stand (tijd) zetten, synchroniseren