Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. gelijk geven:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor gelijk geven (Nederlands) in het Engels

gelijk geven:

gelijk geven werkwoord (geef gelijk, geeft gelijk, gaf gelijk, gaven gelijk, gelijk gegeven)

  1. gelijk geven (steunen; bijvallen)
    to agree; to approve; to back up
    • agree werkwoord (agrees, agreed, agreeing)
    • approve werkwoord (approves, approved, approving)
    • back up werkwoord (backs up, backed up, backing up)

Conjugations for gelijk geven:

o.t.t.
  1. geef gelijk
  2. geeft gelijk
  3. geeft gelijk
  4. geven gelijk
  5. geven gelijk
  6. geven gelijk
o.v.t.
  1. gaf gelijk
  2. gaf gelijk
  3. gaf gelijk
  4. gaven gelijk
  5. gaven gelijk
  6. gaven gelijk
v.t.t.
  1. heb gelijk gegeven
  2. hebt gelijk gegeven
  3. heeft gelijk gegeven
  4. hebben gelijk gegeven
  5. hebben gelijk gegeven
  6. hebben gelijk gegeven
v.v.t.
  1. had gelijk gegeven
  2. had gelijk gegeven
  3. had gelijk gegeven
  4. hadden gelijk gegeven
  5. hadden gelijk gegeven
  6. hadden gelijk gegeven
o.t.t.t.
  1. zal gelijk geven
  2. zult gelijk geven
  3. zal gelijk geven
  4. zullen gelijk geven
  5. zullen gelijk geven
  6. zullen gelijk geven
o.v.t.t.
  1. zou gelijk geven
  2. zou gelijk geven
  3. zou gelijk geven
  4. zouden gelijk geven
  5. zouden gelijk geven
  6. zouden gelijk geven
diversen
  1. geef gelijk!
  2. geeft gelijk!
  3. gelijk gegeven
  4. gelijk gevend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor gelijk geven:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
agree bijvallen; gelijk geven; steunen accorderen; afspreken; bijvallen; congruent zijn; eens worden; goed vinden; instemmen; jaknikken; kloppen; knikken; overeenkomen; overeenstemmen; rugsteunen; steunen; toestaan; toestemmen
approve bijvallen; gelijk geven; steunen bijvallen; billijken; goedkeuren; instemmen; rugsteunen; steunen
back up bijvallen; gelijk geven; steunen assisteren; bijspringen; bijstaan; bijvallen; een back-up maken; helpen; instemmen; ondersteunen; rugsteunen; seconderen; steunen; weldoen
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
agree akkoord; in orde; mee eens

Verwante vertalingen van gelijk geven