Overzicht
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor gebieder (Nederlands) in het Engels
gebieder:
-
de gebieder (bevelhebber; meester; baas; beheerser)
Vertaal Matrix voor gebieder:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
commander | baas; beheerser; bevelhebber; gebieder; meester | aanvoerder; bestuurder; bevelhebber; commandant; hoofd; hoofdman; kapitein; kopstuk; leider; manager; overste; voorzitter |
lord | baas; beheerser; bevelhebber; gebieder; meester | heer; heerser; landsheer; machthebber; soeverein |
ruler | baas; beheerser; bevelhebber; gebieder; meester | autoriteit; gezagsorgaan; heer; heerser; instantie; liniaal; machthebber; majesteit; overheerser; overweldiger; regeerder; soeverein; vorst |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
lord | jeetje |