Nederlands
Uitgebreide vertaling voor gaar (Nederlands) in het Engels
gaar:
-
gaar (vermoeid; moe)
-
gaar (doorgekookt; gereed; gedaan)
done; cooked-through; finished; ready; over-
done bijvoeglijk naamwoord
-
cooked-through bijvoeglijk naamwoord
-
finished bijvoeglijk naamwoord
-
ready bijvoeglijk naamwoord
-
over bijvoeglijk naamwoord
-