Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
element
|
basisbestanddeel; bestanddeel; component; deel; element; fractie; ingrediënt; onderdeel; stuk
|
basiselement; basismateriaal; element
|
elementary component
|
basisbestanddeel; bestanddeel; component; deel; element; fractie; ingrediënt; onderdeel; stuk
|
|
fundamental ingredient
|
basisbestanddeel; bestanddeel; component; deel; element; fractie; ingrediënt; onderdeel; stuk
|
|
ingredient
|
basisbestanddeel; bestanddeel; component; deel; element; fractie; ingrediënt; onderdeel; stuk
|
|
parliamentary party
|
basisbestanddeel; bestanddeel; component; deel; element; fractie; ingrediënt; onderdeel; stuk
|
kamerfractie
|
part
|
basisbestanddeel; bestanddeel; component; deel; element; fractie; gedeelte; ingrediënt; onderdeel; part; stuk
|
aandeel; deel; deeltje; onderdeeltje; part; portie; segment
|
piece
|
deel; fractie; gedeelte; part; stuk
|
aandeel; artikel; brokje; deel; eindje; fragmentje; klein stukje; kleine brok; klompje; klontertje; klontje; mooi persoon; part; partje; plakje; schijfje; snippertje; speelstuk; stuk; stukje
|
portion
|
basisbestanddeel; bestanddeel; component; deel; element; fractie; gedeelte; ingrediënt; onderdeel; part; stuk
|
aandeel; bijdrage; contributie; deel; erfdeel; erfenis; lidmaatschapsgeld; part; portie; segment; wat iemand erft
|
principle ingredient
|
basisbestanddeel; bestanddeel; component; deel; element; fractie; ingrediënt; onderdeel; stuk
|
|
section
|
basisbestanddeel; bestanddeel; component; deel; element; fractie; gedeelte; ingrediënt; onderdeel; part; stuk
|
aandeel; afdeling; brigade; brokje; deel; departement; detachement; doorsnede; doorsnee; eindje; fragmentje; klein stukje; part; partje; presentatiesectie; profiel; profielstaal; rubriek; sectie; segment; snijding; snippertje; stukje; tak
|
segment
|
basisbestanddeel; bestanddeel; component; deel; element; fractie; gedeelte; ingrediënt; onderdeel; part; stuk
|
aandeel; deel; part; rekeningcodesegment; segment
|
share
|
basisbestanddeel; bestanddeel; component; deel; element; fractie; ingrediënt; onderdeel; stuk
|
aandeel; bijdrage; contingent; deel; groeifonds; inbreng; part; portie; quota; quotum
|
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
part
|
|
loskoppelen; scheiden; splitsen; uit elkaar gaan; uit elkaar halen; uiteengaan; uitsplitsen; van elkaar gaan
|
segment
|
|
in segmenten verdelen; segmenteren
|
share
|
|
delen
|
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
share
|
|
deelachtig
|