Nederlands

Uitgebreide vertaling voor flauw (Nederlands) in het Engels

flauw:

flauw bijvoeglijk naamwoord

  1. flauw (wazig; onduidelijk; vaag; )
    vague; unclear; undefinable; blurred; hazy; misty; faint; dim
  2. flauw (melig)
    corny
    • corny bijvoeglijk naamwoord
  3. flauw (flets; verschoten; bleek)
    faint; pale; sallow; bland; washed out; faded; dim; lurid
    • faint bijvoeglijk naamwoord
    • pale bijvoeglijk naamwoord
    • sallow bijvoeglijk naamwoord
    • bland bijvoeglijk naamwoord
    • washed out bijvoeglijk naamwoord
    • faded bijvoeglijk naamwoord
    • dim bijvoeglijk naamwoord
    • lurid bijvoeglijk naamwoord
  4. flauw (zonder zout; laf; zoutloos)
    cowardly; bland; craven; saltless; abject; faint; dim; cringing
  5. flauw (flauwtjes; zwak; zwakjes)
    faint
    • faint bijvoeglijk naamwoord
  6. flauw (zonder smaak; smakeloos)
    unsavoury; tasteless; unsavory

Vertaal Matrix voor flauw:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cringing kruiperij; strooplikkerij
dim deemstering; halfdonker; schemer; schemerdonker; schemeren; schemering; schemerlicht
faint bedwelming; flauwte; versuffing; zwijm
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dim bedoezelen; dimmen
faint flauwvallen; in katzwijm vallen; wegraken; zwijmelen
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
abject flauw; laf; zonder zout; zoutloos
bland bleek; flauw; flets; laf; verschoten; zonder zout; zoutloos charmant; genegenheid opwekkend; innemend; karakterloos; minzaam; poeslief; slap; smakeloos; stijlloos; zonder karakter
blurred flauw; mistig; nevelachtig; onduidelijk; onhelder; vaag; vagelijk; wazig beneveld; bot; mistig; nevelachtig; nevelig; onhelder; onscherp; troebel; vaag; vaag zichtbaar; vervaagd; wazig; weggezakt in het geheugen
corny flauw; melig achterlijk; oubollig; smakeloos; stijlloos
craven flauw; laf; zonder zout; zoutloos
cringing flauw; laf; zonder zout; zoutloos kruiperig
dim bleek; flauw; flets; laf; mistig; nevelachtig; onduidelijk; onhelder; vaag; vagelijk; verschoten; wazig; zonder zout; zoutloos schemerachtig; schemerig; schimmig
faded bleek; flauw; flets; verschoten verdord; verlept; verwelkt
faint bleek; flauw; flauwtjes; flets; laf; mistig; nevelachtig; onduidelijk; onhelder; vaag; vagelijk; verschoten; wazig; zonder zout; zoutloos; zwak; zwakjes afgedempt; bleekjes; gedempt; halfluid; niet helder; onduidelijk; pips; schemerig; schimmig; slap; slapjes; vaag; wee; ziekelijk; zwak
hazy flauw; mistig; nevelachtig; onduidelijk; onhelder; vaag; vagelijk; wazig beneveld; dampachtig; dampig; heiig; mistig; nevelachtig; nevelig; onhelder; troebel; vaag; vaag zichtbaar; wazig
lurid bleek; flauw; flets; verschoten
misty flauw; mistig; nevelachtig; onduidelijk; onhelder; vaag; vagelijk; wazig beneveld; beslagen; dampachtig; dampig; dof; glansloos; mat; mistig; nevelachtig; nevelig; onhelder; troebel; vaag; vaag zichtbaar; wazig
pale bleek; flauw; flets; verschoten blank; bleek; bleek van gelaatskleur; bleekjes; flets; kleurloos; ongekleurd; pips; slap; slapjes; wee; wit; wit van huidskleur; ziekelijk; zwak
sallow bleek; flauw; flets; verschoten bevlekt; vlekkig
tasteless flauw; smakeloos; zonder smaak smakeloos; stijlloos; zouteloos
unclear flauw; mistig; nevelachtig; onduidelijk; onhelder; vaag; vagelijk; wazig buiten gebruik; defect; niet doorzichtig; ondoorzichtig; onduidelijk; onklaar; onoverzichtelijk; stuk; wollig
undefinable flauw; mistig; nevelachtig; onduidelijk; onhelder; vaag; vagelijk; wazig
unsavory flauw; smakeloos; zonder smaak banaal; grof; laag-bij-de-grond; lomp; muf; onappetijtelijk; onfris; onsmakelijk; onverkwikkelijk; plat; platvloers; schunnig; stuitend; triviaal; vunzig; walgelijk; zouteloos
unsavoury flauw; smakeloos; zonder smaak banaal; grof; laag-bij-de-grond; lomp; muf; onappetijtelijk; onfris; onsmakelijk; onverkwikkelijk; plat; platvloers; schunnig; stuitend; triviaal; vunzig; walgelijk; zouteloos
vague flauw; mistig; nevelachtig; onduidelijk; onhelder; vaag; vagelijk; wazig niet helder; onbepaald; onbestemd; onduidelijk; vaag; vaag zichtbaar; verward; wazig; wollig
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cowardly flauw; laf; zonder zout; zoutloos
saltless flauw; laf; zonder zout; zoutloos zouteloos
washed out bleek; flauw; flets; verschoten blank; bleek; futloos; lamlendig; lusteloos; mat; pips; slap; wit; wit van huidskleur

Verwante woorden van "flauw":

  • flauwheid, flauwer, flauwere, flauwst, flauwste, flauwe

Antoniemen van "flauw":


Verwante definities voor "flauw":

  1. met weinig zout of kruiden1
    • deze soep is te flauw1
  2. niet leuk1
    • hij maakt altijd van die flauwe grappen1
  3. weinig sterk1
    • er brandde een flauw lichtje1

Wiktionary: flauw

flauw
adjective
  1. zonder smaak, meestal door een gebrek aan zout
  2. in overdrachtelijke zin smakeloos
flauw
adjective
  1. not very enthusiastic
  2. slang, unconvincing
  3. slang, failing to be cool, funny, interesting or relevant
  4. unappetizingly flavorless
  5. lacking sense or meaning
  6. phony, obviously of flimsy credibility
  7. uninterested
  8. dilute, lacking in taste or potency

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van flauw