Overzicht
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor fladderen (Nederlands) in het Engels
fladderen:
-
fladderen (wapperen)
Conjugations for fladderen:
o.t.t.
- fladder
- fladdert
- fladdert
- fladderen
- fladderen
- fladderen
o.v.t.
- fladderde
- fladderde
- fladderde
- fladderden
- fladderden
- fladderden
v.t.t.
- heb gefladderd
- hebt gefladderd
- heeft gefladderd
- hebben gefladderd
- hebben gefladderd
- hebben gefladderd
v.v.t.
- had gefladderd
- had gefladderd
- had gefladderd
- hadden gefladderd
- hadden gefladderd
- hadden gefladderd
o.t.t.t.
- zal fladderen
- zult fladderen
- zal fladderen
- zullen fladderen
- zullen fladderen
- zullen fladderen
o.v.t.t.
- zou fladderen
- zou fladderen
- zou fladderen
- zouden fladderen
- zouden fladderen
- zouden fladderen
diversen
- fladder!
- fladdert!
- gefladderd
- fladderend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor fladderen:
Wiktionary: fladderen
fladderen
Cross Translation:
verb
fladderen
-
(inergatief) (medisch, nld) flutter, vorm van hartritme, waarbij de boezems of kamers zich zeer snel ritmisch samentrekken
- fladderen → flutter
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• fladderen | → flirt | ↔ flirter — S’adonner au flirt. |
• fladderen | → flit; flutter; wave; flirt | ↔ voltiger — voler à petites et fréquentes reprises, sans aucune direction déterminée. |