Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. femelen:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor femelen (Nederlands) in het Engels

femelen:

femelen werkwoord (femel, femelt, femelde, femelden, gefemeld)

  1. femelen
    to cant; to talk cant
    • cant werkwoord (cants, canted, canting)
    • talk cant werkwoord (talks cant, talked cant, talking cant)

Conjugations for femelen:

o.t.t.
  1. femel
  2. femelt
  3. femelt
  4. femelen
  5. femelen
  6. femelen
o.v.t.
  1. femelde
  2. femelde
  3. femelde
  4. femelden
  5. femelden
  6. femelden
v.t.t.
  1. heb gefemeld
  2. hebt gefemeld
  3. heeft gefemeld
  4. hebben gefemeld
  5. hebben gefemeld
  6. hebben gefemeld
v.v.t.
  1. had gefemeld
  2. had gefemeld
  3. had gefemeld
  4. hadden gefemeld
  5. hadden gefemeld
  6. hadden gefemeld
o.t.t.t.
  1. zal femelen
  2. zult femelen
  3. zal femelen
  4. zullen femelen
  5. zullen femelen
  6. zullen femelen
o.v.t.t.
  1. zou femelen
  2. zou femelen
  3. zou femelen
  4. zouden femelen
  5. zouden femelen
  6. zouden femelen
diversen
  1. femel!
  2. femelt!
  3. gefemeld
  4. femelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor femelen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cant femelen dichtrijgen; dichtsnoeren; rijgen
talk cant femelen