Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. feilloosheid:
  2. feilloos:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor feilloosheid (Nederlands) in het Engels

feilloosheid:

feilloosheid [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. feilloosheid
    the faultlessness

Vertaal Matrix voor feilloosheid:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
faultlessness feilloosheid keurigheid; netheid; onberispelijkheid; opgeruimdheid; ordelijkheid; properheid; smetteloosheid

Verwante woorden van "feilloosheid":


feilloos:

feilloos bijvoeglijk naamwoord

  1. feilloos (foutloos; zuiver)
    flawless; faultless; infallible; unfailing

Vertaal Matrix voor feilloos:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
faultless feilloos; foutloos; zuiver correct; keurig; loepzuiver; onberispelijk; onbesproken
flawless feilloos; foutloos; zuiver foutloos; gaaf; loepzuiver; onaangetast; perfect; puntgaaf; volmaakt
infallible feilloos; foutloos; zuiver loepzuiver; onfeilbaar
unfailing feilloos; foutloos; zuiver

Verwante woorden van "feilloos":


Wiktionary: feilloos

feilloos
adjective
  1. perfect; without flaws, shortcomings or defects

Computer vertaling door derden: