Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. familiair:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor familiair (Nederlands) in het Engels

familiair:

familiair bijvoeglijk naamwoord

  1. familiair (makkelijk in de omgang)
    familiar; easy-going
  2. familiair (tutoyerend)

Vertaal Matrix voor familiair:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
familiar familiair; makkelijk in de omgang bekend; gemeenzaam; gevierd; populair; vertrouwd
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
easy-going familiair; makkelijk in de omgang bezadigd; gemakzuchtig; gezapig; sloom
on familiar terms with familiair; tutoyerend

Verwante woorden van "familiair":

  • familiaire

Wiktionary: familiair

familiair
adjective
  1. informeel
familiair
adjective
  1. inappropriately intimate or friendly