Home ->Woordenboeken ->Nederlands/Engels ->Vertaal factuur

Vertaal factuur van Nederlands naar Engels

Overzicht

Nederlands naar Engels: Meer gegevens...

factuur:
- invoice; account; bill
Wiktionary:
- factuur → invoice
- factuur → invoice, bill

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor factuur (Nederlands) in het Engels

factuur:

factuur [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

de factuur (rekening; nota)

– papier waar op staat wat je hebt ontvangen en wat je moet betalen ¹
the invoice; the account; the bill
– an itemized statement of money owed for goods shipped or services rendered ²
- invoice [the ~] zelfstandig naamwoord
- account [the ~] zelfstandig naamwoord
  - send me an account of what I owe²
- bill [the ~] zelfstandig naamwoord
  - he paid his bill and left²

Vertaal Matrix voor factuur:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
account	factuur; nota; rekening	Windows Live-account; account; afrekening; afrekening in het criminele circuit; bankrekening; bericht; opstel; referaat; rekening; scriptie; verslag; zakelijke account
bill	factuur; nota; rekening	affiche; ankerlip; bod; cheque; lip; motie; propositie; reclamebiljet; snavel; snebben; suggestie; vogelbek; voorstel; voorstel doen; wetsontwerp; wetsvoorstel
invoice	factuur; nota; rekening
-	nota; rekening
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bill		factureren; in rekening brengen
invoice		factureren; in rekening brengen

Verwante woorden van "factuur":

facturen, factuurtje, factuurtjes

Synoniemen voor "factuur":

bon; nota; rekening

Verwante definities voor "factuur":

papier waar op staat wat je hebt ontvangen en wat je moet betalen¹
- deze factuur heb ik al betaald¹

Wiktionary: factuur

factuur

noun

een document met een beschrijving van goederen die een bedrijf (aan een ander bedrijf) geleverd heeft
- factuur → invoice

factuur

noun

bill
- invoice → rekening; factuur

Cross Translation:

From	To	Via
• factuur	→ invoice; bill	↔ facture — Pièce comptable