Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
barrel
|
bak; barrel; emmer; fust; kuip; pot; teil; ton; vat
|
geweerlade; kuip; loop; tobbe; waskuip
|
bucket
|
bak; barrel; emmer; fust; kuip; pot; teil; ton; vat
|
aker; bucket; grijper; schepemmer; schepper
|
butt
|
bak; barrel; emmer; fust; kuip; pot; teil; ton; vat
|
geweerkolf; greep; kolf; peuk; risee; sigaret; stinkstok; uitgedrukte sigaret
|
cask
|
bak; barrel; emmer; fust; kuip; pot; teil; ton; vat
|
|
drum
|
bak; barrel; emmer; fust; kuip; pot; teil; ton; vat
|
jerrycan; trom; trommel
|
hold
|
bak; barrel; emmer; fust; kuip; pot; teil; ton; vat
|
beetnemen; beetpakken; greep; houdgreep; scheepsruim; vastpakken
|
pail
|
bak; barrel; emmer; fust; kuip; pot; teil; ton; vat
|
|
pan
|
bak; barrel; emmer; fust; kuip; pot; teil; ton; vat
|
ijsschol; ijsschots; pan; pannen; panning
|
tub
|
bak; barrel; emmer; fust; kuip; pot; teil; ton; vat
|
bad; badkuip; kuip; tobbe; waskuip
|
vat
|
bak; barrel; emmer; fust; kuip; pot; teil; ton; vat
|
|
vessel
|
bak; barrel; emmer; fust; kuip; pot; teil; ton; vat
|
boot; scheepje; schip; schuit; schuitje; stoomschip; vaartuig
|
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
drum
|
|
de trom roeren; hameren; kloppen met een hamer; roffelen; trommelen
|
hold
|
|
aanhouden; arresteren; beethouden; beseffen; doorzien; gevangennemen; handhaven; in de cel zetten; inrekenen; inzien; niet laten gaan; onderkennen; oppakken; opsluiten; realiseren; stand houden; vasthouden; vastzetten; wachten
|