Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. elftal:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor elftal (Nederlands) in het Engels

elftal:

elftal [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het elftal (elf)
    the team; the side; the eleven
    • team [the ~] zelfstandig naamwoord
    • side [the ~] zelfstandig naamwoord
    • eleven [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. het elftal (voetbalelftal)
    the football team; the soccer team

Vertaal Matrix voor elftal:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
eleven elf; elftal
football team elftal; voetbalelftal
side elf; elftal flank; kant; rand; richel; zij; zijde; zijde van een schip; zijkant
soccer team elftal; voetbalelftal
team elf; elftal equipe; groep van twee of meer; koppel; legers; manschappen; partij; ploeg; span; stel; team; werkgroep
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
eleven elf

Verwante woorden van "elftal":

  • elftallen

Verwante vertalingen van elftal