Overzicht
Nederlands naar Engels: Meer gegevens...
- eigendom:
- Wiktionary:
-
Gebruikers suggesties voor eigendom:
- proprietary
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor eigendom (Nederlands) in het Engels
eigendom:
-
de eigendom (have; bezittingen; goederen; bezit)
-
eigendom
Vertaal Matrix voor eigendom:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
assets | bezit; bezittingen; eigendom; goederen; have | activa; baten; bezit; tegoed |
commodities | bezit; bezittingen; eigendom; goederen; have | goederen; handelsgoederen; handelswaar; koopwaar; waar; waren |
ownership | bezit; bezittingen; eigendom; goederen; have | aanspraak; eigendom van goederen; recht; rechtsgrond; rechtstitel; titel |
possession | bezit; bezittingen; eigendom; goederen; have | bezitting |
property | bezit; bezittingen; eigendom; goederen; have | activa; baten; bezit; eigenschap; karakteristiek; karaktertrek; kenmerk; stigma; tegoed |
Verwante woorden van "eigendom":
Synoniemen voor "eigendom":
Verwante definities voor "eigendom":
Wiktionary: eigendom
eigendom
noun
eigendom
-
zaak die men zijn eigen mag noemen, bezit
- eigendom → property
noun
-
law: nature and extent of a person's interest in, or ownership of, land
-
tangible, movable property
-
something owned
-
piece of real estate
- property → eigendom; landeigendom; [[onroerend bezit]]; landgoed; domein; goed