Nederlands

Uitgebreide vertaling voor echtheid (Nederlands) in het Engels

echtheid:

echtheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de echtheid (authenticiteit)
    the authenticity; the genuineness

Vertaal Matrix voor echtheid:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
authenticity authenticiteit; echtheid
genuineness authenticiteit; echtheid

Verwante woorden van "echtheid":


Wiktionary: echtheid

echtheid
noun
  1. conformity to fact or reality

echt:

echt bijvoeglijk naamwoord

  1. echt (waarlijk; zeker; stellig; )
    really; truly; indeed
  2. echt (werkelijk; heus)
    truly; genuine; actual; really; real; indeed; in truth; to be sure; it's true
  3. echt (onvervalst)
    genuine; unadulterated; real
  4. echt (oprecht; ronduit; eerlijk; menens)
    straight; genuine; serious
  5. echt (heus; effectief; reëel; )
    effectively; real; really; indeed; sure enough; sure; in fact
  6. echt (in hart en nieren; rechtgeaard)
    in heart and soul; every inch

echt [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de echt (echtverbintenis; huwelijk; burgerlijke staat)
    the marriage; the marital state; the consummation of marriage; the matrimony; the marital union; the wedlock; the matrimonial band

Vertaal Matrix voor echt:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
consummation of marriage burgerlijke staat; echt; echtverbintenis; huwelijk huwelijksgemeenschap
marital state burgerlijke staat; echt; echtverbintenis; huwelijk huwelijksgemeenschap
marital union burgerlijke staat; echt; echtverbintenis; huwelijk
marriage burgerlijke staat; echt; echtverbintenis; huwelijk bruiloft; bruiloftsdag; bruiloftsfeest; huwelijk; huwelijksdag; huwelijksfeest; huwelijkssluiting; huwelijksvoltrekking; trouwdag; trouwerij
matrimonial band burgerlijke staat; echt; echtverbintenis; huwelijk
matrimony burgerlijke staat; echt; echtverbintenis; huwelijk huwelijksgemeenschap
real real
straight pokerterm voor straat; straat
wedlock burgerlijke staat; echt; echtverbintenis; huwelijk huwelijksband; huwelijksgemeenschap
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
actual echt; heus; werkelijk daadwerkelijk; eigenlijk; feitelijk; in feite; in werkelijkheid; inderdaad; jawel; jazeker; metterdaad; werkelijk
genuine echt; eerlijk; heus; menens; onvervalst; oprecht; ronduit; werkelijk ongeveinsd; oprecht; origineel
serious echt; eerlijk; menens; oprecht; ronduit erg; ernstig; heel erg; kwalijk; serieus; van bedenkelijke aard; vol ernst; werkelijk menend
unadulterated echt; onvervalst onvermengd; onversneden; pure; zuivere
- heus; natuurlijk; typisch; werkelijk; zuiver
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
effectively echt; effectief; heus; metterdaad; reëel; waar; waarachtig; warempel; werkelijk
every inch echt; in hart en nieren; rechtgeaard
in fact echt; effectief; heus; metterdaad; reëel; waar; waarachtig; warempel; werkelijk daadwerkelijk; eigenlijk; feitelijk; in feite; in werkelijkheid; werkelijk
in truth echt; heus; werkelijk inderdaad; jawel; jazeker; voorwaar
indeed beslist; echt; effectief; geheid; gewis; heus; metterdaad; reëel; stellig; vast en zeker; voorzeker; waar; waarachtig; waarlijk; warempel; wel degelijk; welzeker; werkelijk; zeker 'tuurlijk; allicht; beslist; bijgevolg; daadwerkelijk; dus; feitelijk; geheid; gewis; heus; jawel; jazeker; logisch; metterdaad; natuurlijk; ongetwijfeld; onontkomelijk; reëel; stellig; tja; trouwens; uiteraard; vanzelfsprekend; vast; vast en zeker; voorwaar; voorzeker; waarachtig; waarlijk; wel; weliswaar; welzeker; zeker; zonder twijfel; à propos
really beslist; echt; effectief; geheid; gewis; heus; metterdaad; reëel; stellig; vast en zeker; voorzeker; waar; waarachtig; waarlijk; warempel; wel degelijk; welzeker; werkelijk; zeker beslist; daadwerkelijk; eigenlijk; feitelijk; geheid; gewis; heus; in feite; in werkelijkheid; inderdaad; jawel; jazeker; reëel; stellig; vast; vast en zeker; voorzeker; waarachtig; waarlijk; welzeker; werkelijk; zeker; zowaar
sure enough echt; effectief; heus; metterdaad; reëel; waar; waarachtig; warempel; werkelijk waarachtig
to be sure echt; heus; werkelijk 'tuurlijk; allicht; bijgevolg; dus; inderdaad; jawel; jazeker; logisch; natuurlijk; onontkomelijk; uiteraard; vanzelfsprekend; zeker; zonder twijfel
truly beslist; echt; geheid; gewis; heus; reëel; stellig; vast en zeker; voorzeker; waarachtig; waarlijk; wel degelijk; welzeker; werkelijk; zeker inderdaad; jawel; jazeker; voorwaar
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
- waar
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
indeed inderdaad; ja
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
in heart and soul echt; in hart en nieren; rechtgeaard
it's true echt; heus; werkelijk inderdaad; jawel; jazeker
real echt; effectief; heus; metterdaad; onvervalst; reëel; waar; waarachtig; warempel; werkelijk daadwerkelijk; echte; eigenlijk; feitelijk; in feite; in werkelijkheid; inderdaad; jawel; jazeker; werkelijk; werkelijke
straight echt; eerlijk; menens; oprecht; ronduit cru; direct; directe; gewoonweg; gulweg; kaarsrecht; klinkklaar; lijnrecht; linea recta; loodrecht; onbewimpeld; ongezouten; onomwonden; onverbloemd; onverholen; onvermengd; open; openhartig; openlijk; oprecht; puur; recht; rechtdoorzee; rechtstreeks; rechttoe; rechttoe rechtaan; regelrecht; ronduit; ruiterlijk; volmondig; vrij; vrijelijk; vrijuit; zuiver
sure echt; effectief; heus; metterdaad; reëel; waar; waarachtig; warempel; werkelijk absoluut; beslist; geheid; gewis; heus; ja; ongetwijfeld; onvoorwaardelijk; onweerlegbaar; pertinent; ronduit; stellig; ten enenmale; vast en zeker; vaststaand; volstrekt; voorzeker; waarachtig; waarlijk; welzeker; zeker

Verwante woorden van "echt":


Synoniemen voor "echt":


Antoniemen van "echt":


Verwante definities voor "echt":

  1. precies als in de werkelijkheid1
    • is het echt gebeurd?1
  2. geen namaak1
    • deze armband is echt goud1
  3. wat er precies bij past1
    • dat is echt is voor onze Otman1

Wiktionary: echt

echt
adjective
  1. waarachtig, juist, niet vervalst
echt
adjective
  1. real, authentic
  2. in basic form
  3. genuine
  4. factual, real, not just apparent or even false
  5. in the very strictest sense of the word
  6. entitled to its name, true
  7. that can be characterized as a confirmation of truth
  8. that has physical existence
  9. that is an exemplary or pungent instance of a class or type
  10. genuine, not faked
  11. genuine, not artificial
  12. -
  13. concurring with a given set of facts
  14. Genuine
adverb
  1. true, truly

Cross Translation:
FromToVia
echt authentic authentique — Qui certifier par des officiers publics et dans les formes requérir.
echt legal; statutory; legitimate; rightful légitime — droit|fr Qui a les conditions, les qualités requérir par la loi.
echt marriage; matrimony; wedlock; wedding mariageunion de deux personnes reconnue de façon officielle par la loi ou les règles en vigueur localement, dans le but de s’unir à vie en formant un couple.
echt real; true; genuine; legitimate; actual; practical réelvéritable, effectif, vrai, sans fiction ni figure.
echt true; genuine; legitimate; real; right; correct; sound; valid vrai — Qui est conforme à la vérité, à ce qui est réellement.