Nederlands
Uitgebreide vertaling voor dwarsbalken (Nederlands) in het Engels
dwarsbalken:
Vertaal Matrix voor dwarsbalken:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
rafters | balken; binten; dwarsbalken | dakbinten; dakspanten; spanten |
roofbeams | balken; binten; dwarsbalken | dakbinten; dakspanten; spanten |
shingles | balken; binten; dwarsbalken | dakbinten; dakspanten; gordelroos; spanten |
Verwante woorden van "dwarsbalken":
dwarsbalken vorm van dwarsbalk:
-
de dwarsbalk (dwarshout)
-
de dwarsbalk
the collar beam -
de dwarsbalk
Vertaal Matrix voor dwarsbalk:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
bar | dwarsbalk; dwarshout | bar; baton; buffet; café; coffeeshop; drankbuffet; gelagkamer; hindernis; hinderpaal; kroeg; kruishout; lokaliteit; pastille; plak; reep; reep chocolade; ritshout; roadblock; spijl; spon; staaf; staf; stang; stijl; stok; tablet; tap; tapkast; tapperij; taveerne; toog; tralie; versperring |
beam | dwarsbalk; dwarshout | balk; juk; kruishout; ritshout; straal; straalbundel; stralenbundel |
collar beam | dwarsbalk | gording; hanenbalk |
cross-beam | dwarsbalk; dwarshout | kruishout; ritshout |
crossbeam | dwarsbalk | dakbint; dakspant; spant |
traverse | dwarsbalk | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
bar | afgrendelen; afschermen; barricaderen; traliën; versperren | |
beam | blaken; flikkeren; fonkelen; glanzen; glunderen; iets uitstralen; licht uitzenden; overzenden; schijnen; sprankelen; stralen; twinkelen | |
traverse | afleggen; dwars oversteken; meters maken; oversteken |