Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. dwarsbalken:
  2. dwarsbalk:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor dwarsbalken (Nederlands) in het Engels

dwarsbalken:

dwarsbalken [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de dwarsbalken (balken; binten)
    the roofbeams; the rafters; the shingles

Vertaal Matrix voor dwarsbalken:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
rafters balken; binten; dwarsbalken dakbinten; dakspanten; spanten
roofbeams balken; binten; dwarsbalken dakbinten; dakspanten; spanten
shingles balken; binten; dwarsbalken dakbinten; dakspanten; gordelroos; spanten

Verwante woorden van "dwarsbalken":


dwarsbalk:

dwarsbalk [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de dwarsbalk (dwarshout)
    the cross-beam; the bar; the beam
    • cross-beam [the ~] zelfstandig naamwoord
    • bar [the ~] zelfstandig naamwoord
    • beam [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. de dwarsbalk
    the collar beam
  3. de dwarsbalk
    the crossbeam; the traverse

Vertaal Matrix voor dwarsbalk:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bar dwarsbalk; dwarshout bar; baton; buffet; café; coffeeshop; drankbuffet; gelagkamer; hindernis; hinderpaal; kroeg; kruishout; lokaliteit; pastille; plak; reep; reep chocolade; ritshout; roadblock; spijl; spon; staaf; staf; stang; stijl; stok; tablet; tap; tapkast; tapperij; taveerne; toog; tralie; versperring
beam dwarsbalk; dwarshout balk; juk; kruishout; ritshout; straal; straalbundel; stralenbundel
collar beam dwarsbalk gording; hanenbalk
cross-beam dwarsbalk; dwarshout kruishout; ritshout
crossbeam dwarsbalk dakbint; dakspant; spant
traverse dwarsbalk
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bar afgrendelen; afschermen; barricaderen; traliën; versperren
beam blaken; flikkeren; fonkelen; glanzen; glunderen; iets uitstralen; licht uitzenden; overzenden; schijnen; sprankelen; stralen; twinkelen
traverse afleggen; dwars oversteken; meters maken; oversteken

Verwante woorden van "dwarsbalk":


Computer vertaling door derden: