Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. draperen:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor drapeer (Nederlands) in het Engels

draperen:

draperen werkwoord (drapeer, drapeert, drapeerde, drapeerden, gedrapeerd)

  1. draperen (met stof behangen)
    to drape
    • drape werkwoord (drapes, draped, draping)

Conjugations for draperen:

o.t.t.
  1. drapeer
  2. drapeert
  3. drapeert
  4. draperen
  5. draperen
  6. draperen
o.v.t.
  1. drapeerde
  2. drapeerde
  3. drapeerde
  4. drapeerden
  5. drapeerden
  6. drapeerden
v.t.t.
  1. heb gedrapeerd
  2. hebt gedrapeerd
  3. heeft gedrapeerd
  4. hebben gedrapeerd
  5. hebben gedrapeerd
  6. hebben gedrapeerd
v.v.t.
  1. had gedrapeerd
  2. had gedrapeerd
  3. had gedrapeerd
  4. hadden gedrapeerd
  5. hadden gedrapeerd
  6. hadden gedrapeerd
o.t.t.t.
  1. zal draperen
  2. zult draperen
  3. zal draperen
  4. zullen draperen
  5. zullen draperen
  6. zullen draperen
o.v.t.t.
  1. zou draperen
  2. zou draperen
  3. zou draperen
  4. zouden draperen
  5. zouden draperen
  6. zouden draperen
en verder
  1. is gedrapeerd
  2. zijn gedrapeerd
diversen
  1. drapeer!
  2. drapeert!
  3. gedrapeerd
  4. draperend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor draperen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
drape draperie; geplooide stof; overgordijn
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
drape draperen; met stof behangen afhangen; hangen