Overzicht
Nederlands naar Engels: Meer gegevens...
- doorsneden:
- doorsnede:
- doorsnijden:
-
Wiktionary:
- doorsnede → cross section, diameter, intersection
- doorsnijden → cut through, sever, traverse
- doorsnijden → dissect, cut
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor doorsneden (Nederlands) in het Engels
doorsneden:
-
de doorsneden (gemiddelden)
-
de doorsneden (doorsnijdingen; doorsnedes)
Vertaal Matrix voor doorsneden:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
averages | doorsneden; gemiddelden | |
cuts | doorsneden; doorsnedes; doorsnijdingen | japen; modellen; patronen; schema's; sneden; snedes; voorbeeld van gebruiksvoorwerp |
cuttings | doorsneden; doorsnedes; doorsnijdingen | knipsels; scheuten; schoten; snippers; snoei; spaanders; spruiten; stekken |
intersections | doorsneden; doorsnedes; doorsnijdingen | kruispunten |
norms | doorsneden; gemiddelden | |
piercings | doorsneden; doorsnedes; doorsnijdingen | |
sections | doorsneden; doorsnedes; doorsnijdingen | baanvakken; secties |
slashes | doorsneden; doorsnedes; doorsnijdingen | snedes |
Verwante woorden van "doorsneden":
doorsnede:
-
de doorsnede
Vertaal Matrix voor doorsnede:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
cross-cut | doorsnede | |
section | doorsnede | aandeel; afdeling; basisbestanddeel; bestanddeel; brigade; brokje; component; deel; departement; detachement; doorsnee; eindje; element; fractie; fragmentje; gedeelte; ingrediënt; klein stukje; onderdeel; part; partje; presentatiesectie; profiel; profielstaal; rubriek; sectie; segment; snijding; snippertje; stuk; stukje; tak |
- | diameter |
Verwante woorden van "doorsnede":
Synoniemen voor "doorsnede":
Verwante definities voor "doorsnede":
Wiktionary: doorsnede
doorsnede
noun
doorsnede
-
doorsnijvlak
- doorsnede → cross section
-
diameter
- doorsnede → diameter
noun
-
in set theory
-
length of this line
-
section formed by a plane cutting through an object
doorsneden vorm van doorsnijden:
-
doorsnijden
Conjugations for doorsnijden:
o.t.t.
- snijd door
- snijdt door
- snijdt door
- snijden door
- snijden door
- snijden door
o.v.t.
- sneed door
- sneed door
- sneed door
- sneden door
- sneden door
- sneden door
v.t.t.
- heb doorgesneden
- hebt doorgesneden
- heeft doorgesneden
- hebben doorgesneden
- hebben doorgesneden
- hebben doorgesneden
v.v.t.
- had doorgesneden
- had doorgesneden
- had doorgesneden
- hadden doorgesneden
- hadden doorgesneden
- hadden doorgesneden
o.t.t.t.
- zal doorsnijden
- zult doorsnijden
- zal doorsnijden
- zullen doorsnijden
- zullen doorsnijden
- zullen doorsnijden
o.v.t.t.
- zou doorsnijden
- zou doorsnijden
- zou doorsnijden
- zouden doorsnijden
- zouden doorsnijden
- zouden doorsnijden
en verder
- is doorgesneden
- zijn doorgesneden
diversen
- snijd door!
- snijdt door!
- doorgesneden
- doorsnijdend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor doorsnijden:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
slice | moot; plak; plakje; schijf; schijfje; segment; spatel; tranche | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
cut through | doorsnijden | doorknippen |
slice | doorsnijden | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
cut through | doorgesneden |
Wiktionary: doorsnijden
doorsnijden
Cross Translation:
verb
-
in twee losse stukken snijden
- doorsnijden → cut through; sever
-
dwars door een bepaald gebied voeren
- doorsnijden → traverse
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• doorsnijden | → dissect; cut | ↔ sectionner — diviser en plusieurs parties ou sections. |