Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. doorgereden:
  2. doorrijden:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor doorgereden (Nederlands) in het Engels

doorgereden:

doorgereden bijvoeglijk naamwoord

  1. doorgereden (verder gereden)
    driven on

Vertaal Matrix voor doorgereden:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
driven on doorgereden; verder gereden

doorgereden vorm van doorrijden:

doorrijden werkwoord (rijd door, rijdt door, reed door, reden door, doorgereden)

  1. doorrijden
    to ride on; to drive on
    • ride on werkwoord (rides on, rode on, riding on)
    • drive on werkwoord (drives on, drove on, driving on)

Conjugations for doorrijden:

o.t.t.
  1. rijd door
  2. rijdt door
  3. rijdt door
  4. rijden door
  5. rijden door
  6. rijden door
o.v.t.
  1. reed door
  2. reed door
  3. reed door
  4. reden door
  5. reden door
  6. reden door
v.t.t.
  1. ben doorgereden
  2. bent doorgereden
  3. is doorgereden
  4. zijn doorgereden
  5. zijn doorgereden
  6. zijn doorgereden
v.v.t.
  1. was doorgereden
  2. was doorgereden
  3. was doorgereden
  4. waren doorgereden
  5. waren doorgereden
  6. waren doorgereden
o.t.t.t.
  1. zal doorrijden
  2. zult doorrijden
  3. zal doorrijden
  4. zullen doorrijden
  5. zullen doorrijden
  6. zullen doorrijden
o.v.t.t.
  1. zou doorrijden
  2. zou doorrijden
  3. zou doorrijden
  4. zouden doorrijden
  5. zouden doorrijden
  6. zouden doorrijden
diversen
  1. rijd door!
  2. rijdt door!
  3. doorgereden
  4. doorrijdend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor doorrijden:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
drive on doorrijden er op rijden
ride on doorrijden er op rijden