Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. dok:
  2. duiken:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor doken (Nederlands) in het Engels

doken vorm van dok:

dok [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de dok
    the dock
    • dock [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor dok:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dock dok beklaagdenbank; beklaagdenbankje; scheepswerf; werf
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dock dokken; koppelen

Verwante woorden van "dok":


Wiktionary: dok

dok
noun
  1. body of water between two piers or wharves

Cross Translation:
FromToVia
dok dock DockSchiffbau: gemauertes Becken oder schwimmender Hohlkörper aus Stahl zur Trockenlegung von Schiffen, an denen Außenarbeiten erforderlich sind
dok drydock; dry dock cale sèche — marine|fr lieu aménagé permettant de mettre à sec des bateaux dans un port.

doken vorm van duiken:

duiken werkwoord (duik, duikt, dook, doken, gedoken)

  1. duiken (vooroverduiken)
    to duck; to dive; to plunge
    • duck werkwoord (ducks, ducked, ducking)
    • dive werkwoord (dives, dived, diving)
    • plunge werkwoord (plunges, plunged, plunging)
  2. duiken (in het water duiken)
    to dive; dive into the water

Conjugations for duiken:

o.t.t.
  1. duik
  2. duikt
  3. duikt
  4. duiken
  5. duiken
  6. duiken
o.v.t.
  1. dook
  2. dook
  3. dook
  4. doken
  5. doken
  6. doken
v.t.t.
  1. heb gedoken
  2. hebt gedoken
  3. heeft gedoken
  4. hebben gedoken
  5. hebben gedoken
  6. hebben gedoken
v.v.t.
  1. had gedoken
  2. had gedoken
  3. had gedoken
  4. hadden gedoken
  5. hadden gedoken
  6. hadden gedoken
o.t.t.t.
  1. zal duiken
  2. zult duiken
  3. zal duiken
  4. zullen duiken
  5. zullen duiken
  6. zullen duiken
o.v.t.t.
  1. zou duiken
  2. zou duiken
  3. zou duiken
  4. zouden duiken
  5. zouden duiken
  6. zouden duiken
en verder
  1. ben gedoken
  2. bent gedoken
  3. is gedoken
  4. zijn gedoken
  5. zijn gedoken
  6. zijn gedoken
diversen
  1. duik!
  2. duikt!
  3. gedoken
  4. duikend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor duiken:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dive duik; duikvlucht
duck canard; eend
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dive duiken; in het water duiken; vooroverduiken
dive into the water duiken; in het water duiken
duck duiken; vooroverduiken
plunge duiken; vooroverduiken induiken; plonzen; steil vallen

Verwante woorden van "duiken":


Verwante definities voor "duiken":

  1. een sprong schuin naar voren en voorover maken1
    • hij dook in het water1

Wiktionary: duiken

duiken
verb
  1. to descend
  2. to jump into water
  3. to swim under water

Cross Translation:
FromToVia
duiken flood; flow; run; stream couler — Traductions à trier suivant le sens
duiken plunge plonger — Plonger (transitif)