Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. doelen:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor doelden (Nederlands) in het Engels

doelen:

doelen werkwoord (doel, doelt, doelde, doelden, gedoeld)

  1. doelen
    to aim at
    • aim at werkwoord (aims at, aimed at, aiming at)

Conjugations for doelen:

o.t.t.
  1. doel
  2. doelt
  3. doelt
  4. doelen
  5. doelen
  6. doelen
o.v.t.
  1. doelde
  2. doelde
  3. doelde
  4. doelden
  5. doelden
  6. doelden
v.t.t.
  1. heb gedoeld
  2. hebt gedoeld
  3. heeft gedoeld
  4. hebben gedoeld
  5. hebben gedoeld
  6. hebben gedoeld
v.v.t.
  1. had gedoeld
  2. had gedoeld
  3. had gedoeld
  4. hadden gedoeld
  5. hadden gedoeld
  6. hadden gedoeld
o.t.t.t.
  1. zal doelen
  2. zult doelen
  3. zal doelen
  4. zullen doelen
  5. zullen doelen
  6. zullen doelen
o.v.t.t.
  1. zou doelen
  2. zou doelen
  3. zou doelen
  4. zouden doelen
  5. zouden doelen
  6. zouden doelen
diversen
  1. doel!
  2. doelt!
  3. gedoeld
  4. doelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor doelen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aim at doelen aansturen op; bedoelen; beogen; doel beogen; ergens iets mee willen zeggen; gericht werpen; ijveren; mikken; mikken op; streven; streven naar; ten doel hebben; viseren

Verwante woorden van "doelen":