Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. district:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor district (Nederlands) in het Engels

district:

district [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het district
    the district; the area; the zone; the region; the territory
    • district [the ~] zelfstandig naamwoord
    • area [the ~] zelfstandig naamwoord
    • zone [the ~] zelfstandig naamwoord
    • region [the ~] zelfstandig naamwoord
    • territory [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor district:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
area district buitenwijk; buurt; centrum; erf; gebied; gebiedsdeel; gewest; gordel; gouw; grondgebied; handelswijk; landstreek; oord; plaats; plein; rayon; rayon van een bedrijf; regio; sectie; sector; stadsdeel; stadskwartier; stadswijk; streek; terrein; territorium; vlak; wijk; woonwijk; zone
district district buitenwijk; buurt; centrum; gebied; gewest; gordel; gouw; handelswijk; hoek; kanton; landstreek; oord; plaats; plein; provincie; rayon; rayon van een bedrijf; rechtsgebied; regio; ressort; rijksonderdeel; sectie; stadsdeel; stadskwartier; stadswijk; streek; terrein; territorium; wijk; woonwijk; zone
region district cacheregio; gebied; gewest; gordel; gouw; hoek; kanton; klimaatgordel; landstreek; luchtstreek; oord; plaats; provincie; rayon; rechtsgebied; regio; ressort; rijksonderdeel; streek; terrein; territorium; zone
territory district gebied; gebiedsdeel; gordel; leefgebied; rayon; rayon van een bedrijf; regio; rijksdeel; rijksgedeelte; sector; streek; terrein; territorium; zone
zone district gebied; gordel; klimaatgordel; luchtstreek; regio; streek; terrein; territorium; zone

Verwante woorden van "district":

  • districten

Wiktionary: district

district
noun
  1. administrative division