Dialecten in het Engels vertaald uit het Nederlands

Overzicht

Nederlands naar Engels: Meer gegevens...

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor dialecten (Nederlands) in het Engels

de dialecten (streektalen)
the dialects
- dialects [the ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
dialects	dialecten; streektalen

het dialect (streektaal; tongval; taaltje)
the dialect; the slang; the spoken language; the argot; the accent
- dialect [the ~] zelfstandig naamwoord
- slang [the ~] zelfstandig naamwoord
- spoken language [the ~] zelfstandig naamwoord
- argot [the ~] zelfstandig naamwoord
- accent [the ~] zelfstandig naamwoord
het dialect (tongval; accent; taaltje)
the dialect; the accent
- dialect [the ~] zelfstandig naamwoord
- accent [the ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
accent	accent; dialect; streektaal; taaltje; tongval	aandachtspunt; accent; benadrukking; hoofdtoon; klemtoon; nadruk
argot	dialect; streektaal; taaltje; tongval
dialect	accent; dialect; streektaal; taaltje; tongval
slang	dialect; streektaal; taaltje; tongval
spoken language	dialect; streektaal; taaltje; tongval

dialect

noun

een variant van een taal met kenmerkende grammaticale, fonologische en andere kenmerken
- dialect → dialect

dialect

noun

Cross Translation:

From	To	Via
• dialect	→ dialect; slang	↔ Dialekt — Linguistik, Dialektologie: die ursprüngliche, landschaftlich verschiedene Redeweise einer Region im Gegensatz zur dort geltenden Schriftsprache und Umgangssprache (Hochsprache)
• dialect	→ dialect	↔ Mundart — Linguistik: deutsche Entsprechung für Dialekt; regional begrenzte Varietät einer Sprache
• dialect	→ dialect	↔ dialecte — ling\|fr parler régional d’une langue.

Computer vertaling door derden:

Remove Ads