Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. dag:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor dag (Nederlands) in het Engels

dag:

dag [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de dag
    the day
    – time for Earth to make a complete rotation on its axis 1
    • day [the ~] zelfstandig naamwoord
      • two days later they left1
      • they put on two performances every day1
      • there are 30,000 passengers per day1

dag bijvoeglijk naamwoord

  1. dag
    bye
    • bye bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor dag:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
day dag
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
bye dag; doei; tot ziens doeg; doei
goodbye dag; doei; tot ziens
see you dag; doei; tot ziens
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bye dag

Verwante woorden van "dag":

  • dage

Antoniemen van "dag":


Verwante definities voor "dag":

  1. tijd van middernacht tot middernacht, 24 uur2
    • welke dag is het vandaag?2
  2. tijd waarin het licht is2
    • het wordt al dag buiten2

Wiktionary: dag

dag
interjection
  1. greeting
  2. farewell
  3. short for goodbye
adjective
  1. happening during daylight; primarily active during the day
noun
  1. period between sunrise and sunset
  2. part of a day period which one spends at one’s job, school, etc.
  3. rotational period of a planet
  4. period from midnight to the following midnight
  5. period of 24 hours
  6. goodbye

Cross Translation:
FromToVia
dag day Tag — Zeitraum zwischen Morgendämmerung und Sonnenuntergang
dag day Tagnur Plural: Zeitraum, den jemand durchlebt oder erlebt
dag day Tag — Zeitspanne von 24 Stunden
dag good morning; good afternoon; hello; good day bonjour — Formule pour saluer
dag day jour — Période de vingt-quatre heures
dag day journée — Espace de temps qui s’écoule entre le lever et le coucher du soleil. (Sens général).

Verwante vertalingen van dag