Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. crucifix:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor crucifix (Nederlands) in het Engels

crucifix:

crucifix [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het crucifix (kruisbeeld)
    the crucifix; the cross; the rood
    • crucifix [the ~] zelfstandig naamwoord
    • cross [the ~] zelfstandig naamwoord
    • rood [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor crucifix:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cross crucifix; kruisbeeld gebaar na gebed; kruis; kruisje; kruisvorm
crucifix crucifix; kruisbeeld
rood crucifix; kruisbeeld bisschopsstaf; kromstaf
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cross afvallen; benadelen; duperen; dwarsbomen; dwarsliggen; frustreren; laten zakken; ontgoochelen; overschrijden; oversteken; tegenvallen; tegenwerken; teleurstellen
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cross boos; gebelgd; giftig; kwaad; narrig; nijdig; verbolgen; vertoornd

Verwante woorden van "crucifix":

  • crucifixen