Overzicht
Nederlands naar Engels: Meer gegevens...
- crash:
-
Wiktionary:
- crash → crash
- crash → system crash, crash
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor crash (Nederlands) in het Engels
crash:
-
crash (vastloper)
the crash– The failure of either a program or a disk drive. A program crash results in the loss of all unsaved data and can leave the operating system unstable enough to require restarting the computer. A disk drive crash, sometimes called a disk crash, leaves the drive inoperable and can cause loss of data. 1
Vertaal Matrix voor crash:
| Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
| crash | crash; vastloper | aanrijding; aanvaring; afname; barst; beurskrach; botsing; breuk; collisie; daling; debacle; dreun; ineenstorting; ineenzakking; instorting; klap; knal; krach; krak; kwak; minder worden; scheur; smak; terugloop; val |
| Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
| crash | aanrijden; botsen; crashen; ineenstorten; instorten; ontbinden; op elkaar knallen; op elkaar stoten; rotten; stoten op; vastlopen; vergaan; verongelukken; verrotten; verteren; wegrotten |
Verwante definities voor "crash":
Wiktionary: crash
crash
crash
Cross Translation:
noun
-
computer malfunction
-
sudden large decline of business
- crash → crash; beurscrash
Cross Translation:
| From | To | Via |
|---|---|---|
| • crash | → system crash; crash | ↔ Absturz — Informatik, umgangssprachlich: Stillstand infolge eines schwer wiegenden Programmfehlers |
| • crash | → crash | ↔ plantage — Crash |