Nederlands

Uitgebreide vertaling voor constante (Nederlands) in het Engels

constante:

constante [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de constante
    the constant
    • constant [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. de constante
    the constant
    – A numeric or string value that is not calculated and, therefore, does not change. 1
    • constant [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor constante:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
constant constante
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
constant aanhoudend; aldoor; almaar; altijddurend; bestendig; blijvend; constant; continue; de hele tijd; doorlopend; eeuwig; gedurig; gelijkblijvend; onafgebroken; onafgelaten; ononderbroken; onophoudelijk; steeds; telkens; voortdurend

Verwante woorden van "constante":


constante vorm van constant:

constant bijvoeglijk naamwoord

  1. constant (onafgebroken; voortdurend; ononderbroken; )
    continuous; constant; persistent; uninterrupted; unremitting; non stop; repeated
  2. constant (bestendig)
    stable; constant; continual; steady
  3. constant (altijddurend; eeuwig; doorlopend; continue)
    perpetual; continuous; everlasting; unremitting; permanent; constant; unceasing; continual; persistent; lasting; unending
  4. constant (altijd; continu; immer; )
    continuously; continuous; constantly; permanent; unremitting; always; unceasing; ever; without interruption

Vertaal Matrix voor constant:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
constant constante
lasting voortduren
permanent krullenkapsel; permanent
stable paardenstal; stal
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
stable op stal zetten
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
constant aanhoudend; altijddurend; bestendig; constant; continue; doorlopend; eeuwig; onafgebroken; onafgelaten; ononderbroken; onophoudelijk; voortdurend aldoor; almaar; blijvend; continue; de hele tijd; gedurig; gelijkblijvend; ononderbroken; onophoudelijk; steeds; telkens; voortdurend
continual altijddurend; bestendig; constant; continue; doorlopend; eeuwig aldoor; almaar; continue; de hele tijd; gedurig; ononderbroken; onophoudelijk; steeds; telkens; voortdurend
continuous aanhoudend; altijd; altijddurend; constant; continu; continue; doorlopend; eeuwig; immer; onafgebroken; onafgelaten; ononderbroken; onophoudelijk; permanent; steeds; voortdurend aaneengesloten; aanhoudend; aldoor; almaar; continu; continue; de hele tijd; doorgaand; doorlopend; gedurig; onafgebroken; ononderbroken; onophoudelijk; steeds; telkens; voortdurend
everlasting altijddurend; constant; continue; doorlopend; eeuwig aldoor; almaar; altijddurend; blijvend; continue; de hele tijd; eeuwig; eeuwigdurend; eindeloos; ellenlang; gedurig; ononderbroken; onophoudelijk; ontzettend lang; onvergankelijk; steeds; telkens; voortdurend; waar geen eind aan komt
lasting altijddurend; constant; continue; doorlopend; eeuwig aldoor; almaar; blijvend; continue; de hele tijd; duurzaam; duurzame; gedurig; ononderbroken; onophoudelijk; steeds; telkens; voortdurend
permanent altijd; altijddurend; constant; continu; continue; doorlopend; eeuwig; immer; onophoudelijk; permanent; steeds; voortdurend aldoor; almaar; bestendig; continue; de hele tijd; gedurig; ononderbroken; onophoudelijk; onveranderlijk; steeds; telkens; voortdurend
perpetual altijddurend; constant; continue; doorlopend; eeuwig altijddurend; eeuwig; eeuwigdurend; eindeloos; ellenlang; ontzettend lang; waar geen eind aan komt
persistent aanhoudend; altijddurend; constant; continue; doorlopend; eeuwig; onafgebroken; onafgelaten; ononderbroken; onophoudelijk; voortdurend aanhoudend; aldoor; almaar; bokkig; continue; de hele tijd; dwars; gedurig; hardnekkig; koppig; ononderbroken; onophoudelijk; onwankelbaar; onwrikbaar; pal; standvastig; steeds; stijfhoofdig; telkens; uithoudend; vasthoudend; verdragend; volhardend; voortdurend; weerbarstig; weerspannig
repeated aanhoudend; constant; onafgebroken; onafgelaten; ononderbroken; onophoudelijk; voortdurend aldoor; almaar; continue; de hele tijd; gedurig; herhaald; ononderbroken; onophoudelijk; steeds; telkens; voortdurend
stable bestendig; constant beheerst; bestendig; degelijk; onveranderlijk; solide; stabiel; stationair; stevig
unceasing altijd; altijddurend; constant; continu; continue; doorlopend; eeuwig; immer; onophoudelijk; permanent; steeds; voortdurend aaneengesloten; aanhoudend; aldoor; almaar; continu; continue; de hele tijd; doorlopend; gedurig; onafgebroken; ononderbroken; onophoudelijk; steeds; telkens; voortdurend
unending altijddurend; constant; continue; doorlopend; eeuwig eindeloos; ellenlang; ontzettend lang; waar geen eind aan komt
uninterrupted aanhoudend; constant; onafgebroken; onafgelaten; ononderbroken; onophoudelijk; voortdurend aaneengesloten; aanhoudend; aldoor; almaar; continu; continue; de hele tijd; doorlopend; gedurig; onafgebroken; ongehinderd; ongemoeid; ongestoord; ononderbroken; onophoudelijk; onverstoord; steeds; telkens; voortdurend; vrijuit
unremitting aanhoudend; altijd; altijddurend; constant; continu; continue; doorlopend; eeuwig; immer; onafgebroken; onafgelaten; ononderbroken; onophoudelijk; permanent; steeds; voortdurend aldoor; almaar; continue; de hele tijd; gedurig; ononderbroken; onophoudelijk; steeds; telkens; voortdurend
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
always altijd; constant; continu; doorlopend; immer; onophoudelijk; permanent; steeds; voortdurend altijd; altoos; eeuwig; immer; steevast; voor altijd; voor het leven; voor immer
constantly altijd; constant; continu; doorlopend; immer; onophoudelijk; permanent; steeds; voortdurend
continuously altijd; constant; continu; doorlopend; immer; onophoudelijk; permanent; steeds; voortdurend
ever altijd; constant; continu; doorlopend; immer; onophoudelijk; permanent; steeds; voortdurend altijd; altoos; eeuwig; immer; ooit; voor altijd; voor het leven; voor immer
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
non stop aanhoudend; constant; onafgebroken; onafgelaten; ononderbroken; onophoudelijk; voortdurend doorgaand; doorlopend
steady bestendig; constant beheerst; bestendig; even; gelijkmatig; gestaag; langzaamaan; onveranderlijk; rustig; stabiel; stevig
without interruption altijd; constant; continu; doorlopend; immer; onophoudelijk; permanent; steeds; voortdurend zonder onderbreking

Verwante woorden van "constant":

  • constantheid, constanter, constantere, constantst, constantste, constante

Wiktionary: constant

constant
adjective
  1. Altijd onveranderlijk
constant
adjective
  1. being unvaried
  2. unchanged through time

Computer vertaling door derden: