Home ->Woordenboeken ->Nederlands/Engels ->Vertaal conflict

Vertaal conflict van Nederlands naar Engels

Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. conflict:
  2. Wiktionary:

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor conflict (Nederlands) in het Engels

conflict:

conflict [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het conflict (ruzie; onenigheid; botsing; twist)
    the conflict; the argument; the dispute; the row; the disagreement; the quarrel; the discord; the difference of opinion
  2. het conflict (tweedracht; verdeeldheid; disharmonie; )
    the dissension; the conflict; the disunity; the discord; the division
  3. het conflict
    the collision
    – A conflict that results when a client reads data from the server and then attempts to modify that data in a batch update, but before the update attempt is executed, another client changes the original server data. 1
  4. het conflict
    the conflict
    – An item that has been changed on both the mobile device and desktop computer. 1
    • conflict [the ~] zelfstandig naamwoord
  5. het conflict
    the conflict
    – The inability to perform two or more activities because they have been scheduled to occur during the same time period and with the same resource or resources. 1
    • conflict [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor conflict:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
argument botsing; conflict; onenigheid; ruzie; twist argument; beredenering; debat; dispuut; gedachtegang; geschil; onenigheid; onmin; onvrede; pleidooi; redenering; redestrijd; redetwist; ruzie; tegenbetoog; twist; twistgesprek; woordenstrijd; woordenwisseling
collision conflict aanrijding; aanvaring; botsing; collisie
conflict botsing; conflict; disharmonie; onenigheid; ruzie; scheuring; schisma; tweedracht; tweespalt; tweestrijd; twist; verdeeldheid; vete
difference of opinion botsing; conflict; onenigheid; ruzie; twist dispuut; meningsverschil; onenigheid; woordenwisseling
disagreement botsing; conflict; onenigheid; ruzie; twist debat; dispuut; geschil; onenigheid; onmin; onvrede; redestrijd; redetwist; ruzie; twist; twistgesprek; woordenstrijd; woordenwisseling
discord botsing; conflict; disharmonie; onenigheid; ruzie; scheuring; schisma; tweedracht; tweespalt; tweestrijd; twist; verdeeldheid; vete disharmonie; gespletenheid; misnoegen; onaangenaamheid; onbehaaglijkheid; onbehagen; onenigheid; ongenoegen; onmin; ontevredenheid; onvrede; tweedracht; tweespalt; verdeeldheid; wanklank
dispute botsing; conflict; onenigheid; ruzie; twist aanvechten; bestrijden; betwisten; debat; dispuut; geschil; meningsverschil; onenigheid; redestrijd; redetwist; ruzie; twist; twistgesprek; woordenstrijd; woordenwisseling
dissension conflict; disharmonie; onenigheid; scheuring; schisma; tweedracht; tweespalt; tweestrijd; twist; verdeeldheid; vete gespletenheid; schizofrenie; tweedracht; tweespalt; verdeeldheid
disunity conflict; disharmonie; onenigheid; scheuring; schisma; tweedracht; tweespalt; tweestrijd; twist; verdeeldheid; vete gespletenheid; tweedracht; tweespalt; verdeeldheid
division conflict; disharmonie; onenigheid; scheuring; schisma; tweedracht; tweespalt; tweestrijd; twist; verdeeldheid; vete afdeling; aftakking; brigade; departement; detachement; divisie; hoofdgroep; scheiding; sectie; segregatie; splitsing; tak; verbreking; verdeling; vertakking
quarrel botsing; conflict; onenigheid; ruzie; twist debat; dispuut; geschil; kwestie; meningsverschil; onenigheid; redestrijd; redetwist; ruzie; twist; twistgesprek; woordenstrijd; woordenwisseling
row botsing; conflict; onenigheid; ruzie; twist aaneenschakeling; colonne; cyclus; dispuut; file; gelid; keten; ketting; meningsverschil; onenigheid; record; reeks; rij; rijtje; roeitochtje; serie; snoer; stennis; woordenwisseling
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
discord in onmin geraken
dispute aanvechten; argumenteren; bakkeleien; bekvechten; bestrijden; betwisten; disputeren; hakketakken; redetwisten; ruzieën; twisten
quarrel bakkeleien; bekampen; bekvechten; bestrijden; bevechten; hakketakken; in onmin geraken; kiften; kijven; knokken; krakelen; matten; ruzie maken; ruzieën; ruziën; strijden; twisten; vechten
row roeien

Verwante woorden van "conflict":

  • conflicten

Wiktionary: conflict

conflict
noun
  1. meningsverschil, botsing tussen partijen die onverzoenlijke doelstellingen nastreven
conflict
noun
  1. conflict
  2. incompatibility
  3. clash or disagreement
  4. violent conflict
Cross Translation:
FromToVia
• conflict → clash; conflict ↔ Konflikt — Gegensatz von Meinungen oder Interessen
• conflict → conflict; clash; confrontation; strife ↔ conflit — Lutte armée

Computer vertaling door derden:






Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0788 seconde
Page rendered in 1.0 seconds