Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. coderen:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor codeer (Nederlands) in het Engels

coderen:

coderen werkwoord (codeer, codeert, codeerde, codeerden, gecodeerd)

  1. coderen
    to encode; to code
    • encode werkwoord (encodes, encoded, encoding)
    • code werkwoord (codes, coded, coding)
  2. coderen
    to encode
    – To convert audio and video content to a specified digital format, usually involving compression technology or encryption technology. 1
    • encode werkwoord (encodes, encoded, encoding)

Conjugations for coderen:

o.t.t.
  1. codeer
  2. codeert
  3. codeert
  4. coderen
  5. coderen
  6. coderen
o.v.t.
  1. codeerde
  2. codeerde
  3. codeerde
  4. codeerden
  5. codeerden
  6. codeerden
v.t.t.
  1. heb gecodeerd
  2. hebt gecodeerd
  3. heeft gecodeerd
  4. hebben gecodeerd
  5. hebben gecodeerd
  6. hebben gecodeerd
v.v.t.
  1. had gecodeerd
  2. had gecodeerd
  3. had gecodeerd
  4. hadden gecodeerd
  5. hadden gecodeerd
  6. hadden gecodeerd
o.t.t.t.
  1. zal coderen
  2. zult coderen
  3. zal coderen
  4. zullen coderen
  5. zullen coderen
  6. zullen coderen
o.v.t.t.
  1. zou coderen
  2. zou coderen
  3. zou coderen
  4. zouden coderen
  5. zouden coderen
  6. zouden coderen
en verder
  1. is gecodeerd
  2. zijn gecodeerd
diversen
  1. codeer!
  2. codeert!
  3. gecodeerd
  4. coderend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

coderen [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. coderen (codering)
    the code; the cipher; the cypher
    • code [the ~] zelfstandig naamwoord
    • cipher [the ~] zelfstandig naamwoord, Amerikaans
    • cypher [the ~] zelfstandig naamwoord, Brits

Vertaal Matrix voor coderen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cipher coderen; codering code; coderingsmethode; geheimschrift
code coderen; codering code; geheimschrift; wetboek
cypher coderen; codering code; geheimschrift
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
code coderen
encode coderen inprenten; op het hart drukken

Wiktionary: coderen

coderen
verb
  1. in een code brengen
coderen
verb
  1. to conceal information by means of a code or cipher
  2. to convert source information into another form
  3. encode a protein
  4. cryptography: to encode