Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. cluster:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor cluster (Nederlands) in het Engels

cluster:

cluster [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het cluster
    the cluster
    • cluster [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. het cluster
    the cluster; the cluster network
    – A group of independent computers that work together to provide a common set of services and present a single-system image to clients. The use of a cluster enhances the availability of the services and the scalability and manageability of the operating system that provides the services. 1
  3. het cluster
    the cluster
    – An aggregation, such as a group of data points on a graph. 1
    • cluster [the ~] zelfstandig naamwoord
  4. het cluster (toewijzingseenheid)
    the cluster; the allocation unit
    – The smallest amount of disk space that can be allocated to hold a file. 1

Vertaal Matrix voor cluster:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
allocation unit cluster; toewijzingseenheid
cluster cluster; toewijzingseenheid
cluster network cluster

Verwante woorden van "cluster":

  • clusteren, clusters

Wiktionary: cluster


Cross Translation:
FromToVia
cluster bundle; cluster faisceau — Assemblage