Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. chip:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor chip (Nederlands) in het Engels

chip:

chip [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de chip
    the chip
    • chip [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor chip:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
chip chip fiche; houtkrul; houtspaander; spaan; spaander
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
chip fijnhakken; hakken; kleinhakken

Verwante woorden van "chip":


Wiktionary: chip

chip
noun
  1. een klein stukje halfgeleiderkristal waarop geïntegreerde circuits zijn aangebracht