Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. brouwen:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor brouwen (Nederlands) in het Engels

brouwen:

brouwen werkwoord (brouw, brouwt, brouwde, brouwden, gebrouwd)

  1. brouwen (iets toebereiden; bereiden; klaarmaken; prepareren)
    to prepare; to brew; to cook; to make ready
    • prepare werkwoord (prepares, prepared, preparing)
    • brew werkwoord (brews, brewed, brewing)
    • cook werkwoord (cooks, cooked, cooking)
    • make ready werkwoord (makes ready, made ready, making ready)
  2. brouwen (toebereiden; bereiden; klaarmaken; gereed maken)
    to prepare
    • prepare werkwoord (prepares, prepared, preparing)

Conjugations for brouwen:

o.t.t.
  1. brouw
  2. brouwt
  3. brouwt
  4. brouwen
  5. brouwen
  6. brouwen
o.v.t.
  1. brouwde
  2. brouwde
  3. brouwde
  4. brouwden
  5. brouwden
  6. brouwden
v.t.t.
  1. heb gebrouwd
  2. hebt gebrouwd
  3. heeft gebrouwd
  4. hebben gebrouwd
  5. hebben gebrouwd
  6. hebben gebrouwd
v.v.t.
  1. had gebrouwd
  2. had gebrouwd
  3. had gebrouwd
  4. hadden gebrouwd
  5. hadden gebrouwd
  6. hadden gebrouwd
o.t.t.t.
  1. zal brouwen
  2. zult brouwen
  3. zal brouwen
  4. zullen brouwen
  5. zullen brouwen
  6. zullen brouwen
o.v.t.t.
  1. zou brouwen
  2. zou brouwen
  3. zou brouwen
  4. zouden brouwen
  5. zouden brouwen
  6. zouden brouwen
en verder
  1. is gebrouwd
diversen
  1. brouw!
  2. brouwt!
  3. gebrouwd
  4. brouwend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor brouwen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
brew brouwsel; gerstebier; gerstenat; licht bier; mengsel; pils
cook keukenmeester; keukenmeid; keukenprinses; kok; kokkie; kookster; meid
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
brew bereiden; brouwen; iets toebereiden; klaarmaken; prepareren distilleren; stoken
cook bereiden; brouwen; iets toebereiden; klaarmaken; prepareren eten bereiden; gaar koken; koken; koken van woede; kokkerellen; zieden
make ready bereiden; brouwen; iets toebereiden; klaarmaken; prepareren gereedmaken
prepare bereiden; brouwen; gereed maken; iets toebereiden; klaarmaken; prepareren; toebereiden bijbrengen; doceren; gereedmaken; in het leven roepen; inlichten; inwerken; klaarmaken; maken; onderrichten; onderwijzen; prepareren; scheppen; toerusten; uitrusten; voorbereiden; voorbereiden op; voorbereiding treffen; voorbereidingen treffen; voorbewerken; voorlichten; voorwerken; zich uitrusten

Verwante definities voor "brouwen":

  1. iets klaarmaken met verschillende grondstoffen1
    • bij Heineken wordt bier gebrouwen1

Wiktionary: brouwen

brouwen
verb
  1. to prepare liquor

Cross Translation:
FromToVia
brouwen brew brasserfabriquer de la bière en remuant le malt.