Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
choice
|
|
keus; keuze; keuzemogelijkheid; optie; selectie; smaak; uitverkiezing; uitverkoring; verkiezing; voorkeur; voorliefde
|
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
perfect
|
|
afmaken; bijschaven; completeren; perfectioneren; vervolledigen; vervolmaken; volledig maken; voltooien
|
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
brilliant
|
briljant; fenomenaal; geniaal; lumineus
|
beter dan de rest; briljante; fonkelend; glinsterend; glorierijk; intelligent; luisterrijk; lustrijk; magnifiek; pienter; prachtig; schitterend; schrander; uitblinkend
|
choice
|
briljant; excellent; puik; subliem; superbe; uitgelezen; uitgezocht; uitmuntend; uitnemend; uitstekend; voortreffelijk
|
heel mooi; uitgelezen
|
clever
|
briljant; ingenieus; knap; kundig; kunstig; vaardig; vindingrijk
|
adrem; bedachtzaam; bijdehand; clever; correct; doordacht; gehaaid; geleerd; geniaal; gevat; gewiekst; gis; intelligent; kien; nadenkend; pienter; raadzaam; raak; rap; scherpzinnig; schrander; slim; snedig; snel; snugger; spitsvondig; uitgekiend; uitgeslapen; vernuftig; verstandig; vlot; vlug; weldenkend; wijs; wijselijk; zinnig
|
excellent
|
briljant; excellent; puik; subliem; superbe; uitgelezen; uitgezocht; uitmuntend; uitnemend; uitstekend; voortreffelijk
|
fantastisch; fenomenaal; geweldig; groots; heerlijk; hoogwaardig; ideaal; ingoed; kostelijk; opperbest; patent; perfect; prima; puik; uitmuntend; uitstekend; van goede kwaliteit; volmaakt; voortreffelijk
|
glorious
|
briljant; fenomenaal; geniaal; lumineus
|
aanzienlijk; betoverend; eervol; fier; flink; glansrijk; glorierijk; glorieus; groots; heerlijk; heilig; hemels; luisterrijk; lustrijk; magnifiek; mieters; prachtig; prat; riant; roemrijk; roemrucht; roemvol; royaal; schitterend; tot de hemel behorend; trots; verheerlijkt; verrukkelijk; vorstelijk; zalig
|
great
|
briljant; excellent; puik; subliem; superbe; uitgelezen; uitgezocht; uitmuntend; uitnemend; uitstekend; voortreffelijk
|
aanmerkelijk; aanzienlijk; beduidend; behoorlijk; betoverend; dolletjes; enig; enorm; fantastisch; fenomenaal; figuurlijk; flink; fors; geschikt; geweldig; groot; groots; grootschalig; grote; hooggespannen; kiplekker; luisterrijk; magnifiek; mieters; prachtig; prima; puik; reuze; schitterend; tof
|
ingenious
|
briljant; ingenieus; knap; kundig; kunstig; vaardig; vindingrijk
|
clever; geniaal; inventief; kien; pienter; schrander; slim; snugger; uitgeslapen; vernuftig; vindingrijk
|
keen
|
briljant; ingenieus; knap; kundig; kunstig; vaardig; vindingrijk
|
begerig; bijdehand; fervent; gevat; gretig; happig; kien; messcherp; pienter; scherp; scherpzinnig; schrander; slim; snedig; spits; uitgekookt; uitgeslapen; verlekkerd; vurig
|
perfect
|
briljant; excellent; puik; subliem; superbe; uitgelezen; uitgezocht; uitmuntend; uitnemend; uitstekend; voortreffelijk
|
correct; degelijk; diepgaand; diepgravend; eersteklas; eersterangs; foutloos; gaaf; grondig; helemaal; hoogwaardig; ideaal; keurig; niet oppervlakkig; onaangetast; onberispelijk; onbesproken; patent; perfect; perfekt; prima; puntgaaf; top; tot de beste klasse behorend; totaal; uitmuntend; uitstekend; van goede kwaliteit; volkomen; volleerd; volmaakt; voortreffelijk
|
skilful
|
briljant; ingenieus; knap; kundig; kunstig; vaardig; vindingrijk
|
bedreven; behendig; bekwaam; clever; geoefend; handig; kien; kundig; magistraal; meesterlijk; pienter; rap; schrander; slim; snel; snugger; uitgeslapen; vaardig; vlot; vlug
|
skillful
|
briljant; ingenieus; knap; kundig; kunstig; vaardig; vindingrijk
|
bedreven; behendig; bekwaam; clever; geoefend; handig; kien; kundig; magistraal; meesterlijk; pienter; rap; schrander; slim; snel; snugger; uitgeslapen; vaardig; vlot; vlug
|
splendid
|
briljant; fenomenaal; geniaal; lumineus
|
betoverend; fantastisch; fenomenaal; geweldig; glansrijk; glorierijk; groots; heerlijk; kostelijk; luisterrijk; lustrijk; magnifiek; opperbest; prachtig; puik; riant; schitterend; uitstekend; voortreffelijk; weids
|
sublime
|
briljant; excellent; puik; subliem; superbe; uitgelezen; uitgezocht; uitmuntend; uitnemend; uitstekend; voortreffelijk
|
edel; hoogstaand; verheven
|
superb
|
briljant; excellent; puik; subliem; superbe; uitgelezen; uitgezocht; uitmuntend; uitnemend; uitstekend; voortreffelijk
|
heerlijk; hoogwaardig; ideaal; kostelijk; patent; perfect; prima; uitmuntend; uitstekend; van goede kwaliteit; volmaakt; voortreffelijk
|
terrific
|
briljant; excellent; puik; subliem; superbe; uitgelezen; uitgezocht; uitmuntend; uitnemend; uitstekend; voortreffelijk
|
fabelachtig; fantastisch; fenomenaal; gaaf; geweldig; groots; krankzinnig; puik; reuze; te gek; waanzinnig; wijs
|
tiptop
|
briljant; excellent; puik; subliem; superbe; uitgelezen; uitgezocht; uitmuntend; uitnemend; uitstekend; voortreffelijk
|
hoogwaardig; ideaal; patent; perfect; prima; uitmuntend; uitstekend; van goede kwaliteit; volmaakt; voortreffelijk
|
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
first-rate
|
briljant; excellent; puik; subliem; superbe; uitgelezen; uitgezocht; uitmuntend; uitnemend; uitstekend; voortreffelijk
|
eersteklas; eersterangs; fantastisch; fenomenaal; gelikt; geweldig; groots; hoogwaardig; ideaal; patent; perfect; picobello; piekfijn; prima; puik; tiptop; top; tot de beste klasse behorend; uitmuntend; uitstekend; van goede kwaliteit; volmaakt; voortreffelijk
|
highly gifted
|
briljant; fenomenaal; geniaal; lumineus
|
briljante
|