Nederlands

Uitgebreide vertaling voor breedheid (Nederlands) in het Engels

breedheid:

breedheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de breedheid (breedte)
    the width; the breadth
    • width [the ~] zelfstandig naamwoord
    • breadth [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. de breedheid (breedgeschouderdheid)
    the broadness; the broad shoulderedness

Vertaal Matrix voor breedheid:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
breadth breedheid; breedte
broad shoulderedness breedgeschouderdheid; breedheid
broadness breedgeschouderdheid; breedheid
width breedheid; breedte afstand; distantie; eindpunt; spanbreedte; spanwijdte; wijdte

Verwante woorden van "breedheid":


breed:

breed bijvoeglijk naamwoord

  1. breed (breedgeschouderd)
    broad; broad-shouldered
    big
    – above average in size or number or quantity or magnitude or extent 1
    • big bijvoeglijk naamwoord
      • set out for the big city1
      • a big (or large) barn1
      • big businesses1
      • a big expenditure1
      • a big group of scientists1
  2. breed (uit de kluiten gewassen; fors)
    big
    • big bijvoeglijk naamwoord
  3. breed (wijd)
    – met veel ruimte van zijkant naar zijkant 2
    broad; wide
    – having great (or a certain) extent from one side to the other 1
    • broad bijvoeglijk naamwoord
      • a river two miles broad1
      • broad shoulders1
      • a broad river1
    • wide bijvoeglijk naamwoord
      • wide roads1
      • a wide necktie1
      • wide margins1
      • three feet wide1

breed

  1. breed (bef)
    the jabot
    • jabot [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor breed:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
jabot bef; breed
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
broad breed; breedgeschouderd; wijd brede; breedsprakig; breedvoerig; globaal; in details; in grote lijnen; langdradig; omslachtig; omstandig; uitgebreid; uitgewerkt; uitvoerig; wijdlopig
broad-shouldered breed; breedgeschouderd
wide breed; wijd
- wijd
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
big breed; breedgeschouderd; fors; uit de kluiten gewassen aanmerkelijk; aanzienlijk; beduidend; behoorlijk; enorm; flink; fors; groot; groots; grootschalig; grote; omvangrijke; reuze
wide in details; overvloedig; rijkelijk; royaal; ruim; ruimschoots; scheutig; uitgewerkt; wijd

Verwante woorden van "breed":


Synoniemen voor "breed":


Antoniemen van "breed":


Verwante definities voor "breed":

  1. met veel ruimte van zijkant naar zijkant2
    • deze straat is breed2

Wiktionary: breed

breed
adjective
  1. van grote afmeting in de zijdelingse richting
breed
adjective
  1. having a specified width
  2. having a large physical extent from side to side

Cross Translation:
FromToVia
breed plentiful; abundant; copious; profuse; ample; full; rich; affluent; aplenty; extensive; spacious; vast; wide; broad; capacious; commodious; huge; open; lax; bulky; sizable; voluminous ample — Qui dépasser en largeur et en longueur la mesure ordinaire.
breed wide; large; broad; abundant; copious; plentiful; profuse; ample; rich; affluent; aplenty; extensive; spacious; vast; capacious; commodious; huge; open; lax; bulky; sizable; voluminous large — Qualifie un corps considérer dans l’extension qu’il a d’un de ses côtés à l’autre, lorsqu'on parle de sa plus petite longueur, par opposition à long.