Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. brandbaar:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor brandbaar (Nederlands) in het Engels

brandbaar:

brandbaar bijvoeglijk naamwoord

  1. brandbaar (ontvlambaar; ontbrandbaar)
    inflammable; fiery

Vertaal Matrix voor brandbaar:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fiery brandbaar; ontbrandbaar; ontvlambaar bitter; giftig; heetbloedig; heethoofdig; kwaad; nijdig; verhit; vurig; woedend; zeer boos
inflammable brandbaar; ontbrandbaar; ontvlambaar

Verwante woorden van "brandbaar":

  • brandbaarheid, brandbare

Wiktionary: brandbaar

brandbaar
adjective
  1. capable of burning

Cross Translation:
FromToVia
brandbaar searing brûlant — Qui est trop chaud pour être supporté ; qui est extrêmement chaud au toucher.