Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. bouquet:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor bouquet (Nederlands) in het Engels

bouquet:

bouquet [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. bouquet (geur; aroma; reuk; geurtje; lucht)
    the fragrance; the odour; the scent; the perfume; the bouquet; the smell; the odor
    • fragrance [the ~] zelfstandig naamwoord
    • odour [the ~] zelfstandig naamwoord, Brits
    • scent [the ~] zelfstandig naamwoord
    • perfume [the ~] zelfstandig naamwoord
    • bouquet [the ~] zelfstandig naamwoord
    • smell [the ~] zelfstandig naamwoord
    • odor [the ~] zelfstandig naamwoord, Amerikaans

Vertaal Matrix voor bouquet:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bouquet aroma; bouquet; geur; geurtje; lucht; reuk bloemetje; bloemstuk; boeket; bos bloemen; ruiker; tuil; tuiltje
fragrance aroma; bouquet; geur; geurtje; lucht; reuk geurwater; odeur; parfum; reukwater
odor aroma; bouquet; geur; geurtje; lucht; reuk luchtje
odour aroma; bouquet; geur; geurtje; lucht; reuk luchtje
perfume aroma; bouquet; geur; geurtje; lucht; reuk geurwater; odeur; parfum; reukwater
scent aroma; bouquet; geur; geurtje; lucht; reuk aroma; geur; geurwater; luchtje; odeur; parfum; reukwater
smell aroma; bouquet; geur; geurtje; lucht; reuk aroma; geur; luchtje
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
scent lucht krijgen van
smell een geur verspreiden; een luchtje hebben; geuren; meuren; rieken; ruiken; snuffelen; stinken; walmen

Wiktionary: bouquet

bouquet
noun
  1. bunch of flowers