Overzicht


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor boos (Nederlands) in het Engels

boos:

boos bijvoeglijk naamwoord

  1. boos (woedend; kwaad; furieus; )
    furious; mad; upset; annoyed; enraged; raging; fierce; infuriated; irate
  2. boos (vertoornd; kwaad; razend; )
    angry; enraged; irate; seething; livid
  3. boos (verbolgen; kwaad; gebelgd; )
    vicious; cross; wicked; angry; enraged; venomous; wrathful; incensed; vitriolic; virulent

Vertaal Matrix voor boos:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cross crucifix; gebaar na gebed; kruis; kruisbeeld; kruisje; kruisvorm
mad achterlijke; gek; geschifte; idioot; waanzinnige; zwakzinnige
seething koken; zieden
upset schrik; verbijstering
venomous gif bevatten; giftigheid
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cross afvallen; benadelen; duperen; dwarsbomen; dwarsliggen; frustreren; laten zakken; ontgoochelen; overschrijden; oversteken; tegenvallen; tegenwerken; teleurstellen
upset bederven; dwarsbomen; dwarsliggen; in de war sturen; nekken; omduwen; omstoten; omverstoten; ontstemmen; ruïneren; tegenwerken; verstoren; vertoornen; verzieken
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
angry boos; furieus; gebelgd; giftig; kwaad; nijdig; razend; spinnijdig; toornig; verbolgen; vertoornd; woest; ziedend bitter; gebelgd; gekwetst; giftig; kwaad; misnoegd; nijdig; ontstoken; verontwaardigd; verstoord; woedend; zeer boos
annoyed boos; dol; furieus; hels; kwaad; laaiend; nijdig; razend; tierend; woedend; woest gebelgd; gekwetst; geprikkeld; geërgerd; geïrriteerd; misnoegd; verontwaardigd; verstoord
cross boos; gebelgd; giftig; kwaad; nijdig; verbolgen; vertoornd narrig
enraged boos; dol; furieus; gebelgd; giftig; hels; kwaad; laaiend; nijdig; razend; spinnijdig; tierend; toornig; verbolgen; vertoornd; woedend; woest; ziedend gebelgd; gekwetst; misnoegd; verontwaardigd; verstoord
fierce boos; dol; furieus; hels; kwaad; laaiend; nijdig; razend; tierend; woedend; woest bitter teleurgesteld; erg; fel; felle; gepassioneerd; hartstochtelijk; heetbloedig; heftig; hevig; intens; intensief; kokend; krachtig; onbeheerst; onstuimig; stormachtig; temperamentvol; verbitterd; verwoed; vurig; warmbloedig; ziedend
furious boos; dol; furieus; hels; kwaad; laaiend; nijdig; razend; tierend; woedend; woest bitter; giftig; heftig; kwaad; naarstig; nijdig; onbeheerst; onstuimig; verwoed; woedend; zeer boos
incensed boos; gebelgd; giftig; kwaad; nijdig; verbolgen; vertoornd
infuriated boos; dol; furieus; hels; kwaad; laaiend; nijdig; razend; tierend; woedend; woest
irate boos; dol; furieus; hels; kwaad; laaiend; nijdig; razend; spinnijdig; tierend; toornig; vertoornd; woedend; woest; ziedend erg boos; gebelgd; gekwetst; misnoegd; spinnijdig; verontwaardigd; verstoord
livid boos; furieus; kwaad; nijdig; razend; spinnijdig; toornig; vertoornd; woest; ziedend gebelgd; gekwetst; misnoegd; verontwaardigd; verstoord
mad boos; dol; furieus; hels; kwaad; laaiend; nijdig; razend; tierend; woedend; woest achterlijk; dwaas; eigenaardig; geestesziek; gek; geschift; gestoord; idioot; idioterig; krankjorum; krankzinnig; maf; mal; mesjogge; naarstig; niet goed snik; stupide; typisch; verwoed; vreemd; waanzinnig; zot
raging boos; dol; furieus; hels; kwaad; laaiend; nijdig; razend; tierend; woedend; woest
seething boos; furieus; kwaad; nijdig; razend; spinnijdig; toornig; vertoornd; woest; ziedend kokend; ziedend
upset boos; dol; furieus; hels; kwaad; laaiend; nijdig; razend; tierend; woedend; woest gebelgd; gekwetst; geschokt; getroffen; misnoegd; onthutst; ontredderd; ontsteld; ontzet; overstuur; paf; perplex; van streek; verontwaardigd; verschrikt; verstoord
venomous boos; gebelgd; giftig; kwaad; nijdig; verbolgen; vertoornd giftig; kwaadaardig; venijnig; vergiftig
vicious boos; gebelgd; giftig; kwaad; nijdig; verbolgen; vertoornd achterbaks; boosaardig; doortrapt; gehaaid; gemeen; geniepig; geraffineerd; geslepen; gewiekst; giftig; gluiperig; in het geniep; kwaadaardig; kwaadwillig; leep; listig; malicieus; met slechte intentie; slecht; slinks; sluw; snood; stiekem; uitgekookt; vals; venijnig; verraderlijk; vicieus
virulent boos; gebelgd; giftig; kwaad; nijdig; verbolgen; vertoornd bitter; giftig; kwaad; kwaadaardig; nijdig; venijnig; woedend; zeer boos
vitriolic boos; gebelgd; giftig; kwaad; nijdig; verbolgen; vertoornd giftig; kwaadaardig; venijnig
wicked boos; gebelgd; giftig; kwaad; nijdig; verbolgen; vertoornd goddeloos; heilloos; kwalijk; liederlijk; onzedelijk; snood; verderfelijk; verdorven; verregaand zedenloos
wrathful boos; gebelgd; giftig; kwaad; nijdig; verbolgen; vertoornd vergramd
- kwaad; nijdig

Verwante woorden van "boos":


Synoniemen voor "boos":


Antoniemen van "boos":


Verwante definities voor "boos":

  1. als je je opwindt omdat je hem ergens de schuld van geeft1
    • ik ben boos op Gerard1

Wiktionary: boos

boos
adjective
  1. kwaad, woedend
  2. kwaad, tegen de moraal
boos
adjective
  1. Of, pertaining to, or as a result of malice or spite
  2. angry
  3. displaying anger
  4. something that is evil

Cross Translation:
FromToVia
boos evil bösemoralisch falsch, nicht gut; bösartig
boos annoyed ungehalten — seinen Unwillen nicht haltend sondern ihm Raum gebend

Verwante vertalingen van boos