Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. bondgenootschap:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor bondgenootschap (Nederlands) in het Engels

bondgenootschap:

bondgenootschap [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het bondgenootschap (pact; liga; verbond; )
    the alliance; the agreement; the pact; the bond; the association; the union; the league
    • alliance [the ~] zelfstandig naamwoord
    • agreement [the ~] zelfstandig naamwoord
    • pact [the ~] zelfstandig naamwoord
    • bond [the ~] zelfstandig naamwoord
    • association [the ~] zelfstandig naamwoord
    • union [the ~] zelfstandig naamwoord
    • league [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. het bondgenootschap (alliantie; bond; verbond)
    the alliance; the brotherhood
  3. het bondgenootschap (vereniging van bevriende staten)
    the alliance
    • alliance [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor bondgenootschap:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
agreement akkoord; band; binding; bond; bondgenootschap; federatie; liga; pact; unie; verbond; verdrag afspraak; akkoord; compromis; contract; convenant; goedkeuring; instemming; overeenkomst; regeling; schikking; vergelijk
alliance akkoord; alliantie; band; binding; bond; bondgenootschap; federatie; liga; pact; unie; verbond; verdrag; vereniging van bevriende staten alliëren; bond; broederschap; coöperatie; eensgezindheid; genootschap; relatie; saamhorigheid; samenwerkingsverband; sociëteit; solidariteit; verbondenheid; vereniging; verwantschap
association akkoord; band; binding; bond; bondgenootschap; federatie; liga; pact; unie; verbond; verdrag aaneensluiting; aansluiting; ambachtsgilde; associatie; band; bond; broederschap; club; coalitie; compagnonschap; connectie; deelgenootschap; dispuut; genootschap; gezelschap; gilde; koppeling; liaison; link; orde; organisatie; relatie; samenhang; societiet; sociëteit; soos; unie; vakgenootschap; verband; verbinding; verbond; vereniging; verenigingsdispuut
bond akkoord; band; binding; bond; bondgenootschap; federatie; liga; pact; unie; verbond; verdrag aansluiting; band; bankpost; binding; borg; borgtocht; cautie; connectie; garantie; gebondenheid; het gebonden zijn; liaison; link; obligatie; obligatielening; onderpand; pand; relatie; samenhang; securiteit; verband; verbinding; waarborg; waarborging; waarborgsom; waardepapier
brotherhood alliantie; bond; bondgenootschap; verbond
league akkoord; band; binding; bond; bondgenootschap; federatie; liga; pact; unie; verbond; verdrag competitie
pact akkoord; band; binding; bond; bondgenootschap; federatie; liga; pact; unie; verbond; verdrag bond; broederschap; convenant; genootschap; sociëteit; vereniging
union akkoord; band; binding; bond; bondgenootschap; federatie; liga; pact; unie; verbond; verdrag aaneenkoppeling; aaneensluiting; affaire; ambachtsgilde; associatie; avontuurtje; bond; broederschap; club; coalitie; genootschap; gilde; koppeling; liaison; orde; organisatie; relatie; slippertje; societiet; sociëteit; soos; unie; vakgenootschap; verbinding; verbond; vereniging; verhouding

Verwante woorden van "bondgenootschap":

  • bondgenootschappen

Wiktionary: bondgenootschap

bondgenootschap
noun
  1. een verdrag tussen staat, zakenpartners of individuen, omwille van een gemeenschappelijk voordeel

Cross Translation:
FromToVia
bondgenootschap alliance; covenant alliance — Union entre personnes, qui est le résultat d’une entente ou d’un pacte.