Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. boksen:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor boksen (Nederlands) in het Engels

boksen:

boksen werkwoord (boks, bokst, bokste, boksten, gebokst)

  1. boksen
    to box
    – engage in a boxing match 1
    • box werkwoord (boxs, boxed, boxing)

Conjugations for boksen:

o.t.t.
  1. boks
  2. bokst
  3. bokst
  4. boksen
  5. boksen
  6. boksen
o.v.t.
  1. bokste
  2. bokste
  3. bokste
  4. boksten
  5. boksten
  6. boksten
v.t.t.
  1. heb gebokst
  2. hebt gebokst
  3. heeft gebokst
  4. hebben gebokst
  5. hebben gebokst
  6. hebben gebokst
v.v.t.
  1. had gebokst
  2. had gebokst
  3. had gebokst
  4. hadden gebokst
  5. hadden gebokst
  6. hadden gebokst
o.t.t.t.
  1. zal boksen
  2. zult boksen
  3. zal boksen
  4. zullen boksen
  5. zullen boksen
  6. zullen boksen
o.v.t.t.
  1. zou boksen
  2. zou boksen
  3. zou boksen
  4. zouden boksen
  5. zouden boksen
  6. zouden boksen
diversen
  1. boks!
  2. bokst!
  3. gebokst
  4. boksend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor boksen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
box beeldbuis; blik; blikje; box; buis; bus; doos; kabinetje; kast; kastje; kist; kistje; krat; kratje; opbergblik; opbergdoos; opbergruimte; trommel
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
box boksen omkaderen

Wiktionary: boksen

boksen
noun
  1. een tactische vechtsport
verb
  1. vuistvechten als sport
    • boksenbox
boksen
noun
  1. the sport of boxing
verb
  1. fight against (a person) in a boxing match

Cross Translation:
FromToVia
boksen boxing BoxenSport: eine Kampfsportart, die mit den Fäusten betrieben wird

Computer vertaling door derden: