Overzicht
Nederlands naar Engels: Meer gegevens...
- boekhouden:
-
Wiktionary:
- boekhouden → bookkeeping
- boekhouden → accountancy
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor boekhouden (Nederlands) in het Engels
boekhouden:
-
het boekhouden (boekhouding doen)
-
boekhouden
Conjugations for boekhouden:
o.t.t.
- houd boek
- houdt boek
- houdt boek
- houden boek
- houden boek
- houden boek
o.v.t.
- hield boek
- hield boek
- hield boek
- hielden boek
- hielden boek
- hielden boek
v.t.t.
- heb boekgehouden
- hebt boekgehouden
- heeft boekgehouden
- hebben boekgehouden
- hebben boekgehouden
- hebben boekgehouden
v.v.t.
- had boekgehouden
- had boekgehouden
- had boekgehouden
- hadden boekgehouden
- hadden boekgehouden
- hadden boekgehouden
o.t.t.t.
- zal boekhouden
- zult boekhouden
- zal boekhouden
- zullen boekhouden
- zullen boekhouden
- zullen boekhouden
o.v.t.t.
- zou boekhouden
- zou boekhouden
- zou boekhouden
- zouden boekhouden
- zouden boekhouden
- zouden boekhouden
diversen
- houd boek!
- houdt boek!
- boekgehouden
- boekhoudend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor boekhouden:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
accounts | boekhouden; boekhouding doen | boekhouding |
book keeping | boekhouden; boekhouding doen | boekhouding |
budget | boekhouden; boekhouding doen | begroting; boekhouding; budget |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
book keeping | boekhouden | |
budget | budgetteren | |
keep account | boekhouden |
Wiktionary: boekhouden
boekhouden
verb
boekhouden
-
het systematisch vastleggen van financiële feiten
- boekhouden → bookkeeping
noun
-
the profession of accounting