Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
cover
|
|
afdekkap; beddedeken; beddekleedje; bedekking; bescherming; boekomslag; buitenkant; couvert; dak; dek; deken; dekking; dekmantel; deksel; enveloppe; etui; hoes; huls; kaft; kap; koepel; koker; l.p.hoes; lid; omhulsel; omkleedsel; omslag; omwindsel; overdekking; overkapping; overtrek; pennendoosje; pennenkoker; platenhoes; protectie; verpakking; wikkel
|
join
|
|
aanvoegen; join
|
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
add
|
bijdoen; bijsluiten; bijvoegen; erbij voegen; toevoegen
|
aanbouwen; aansluiten; aanvullen; bevatten; bijbouwen; bijgieten; bijleveren; bijrekenen; bijtellen; bijvoegen; bijzetten; completeren; erbij doen; erbij tellen; expanderen; inhouden; inschenken; intappen; neerzetten; openen; optellen; plaatsen; samenschikken; samentellen; schenken; serveren; tappen; toevoegen; toevoegen aan levering; uitbouwen; uitbreiden; uitdijen; verbreiden; vermeerderen; verruimen; verwijden; voegen; voltallig maken; zetten
|
add to
|
bijdoen; bijsluiten; bijvoegen; erbij voegen; toevoegen
|
aangroeien; aanwassen; aanwinnen; aanzwellen; de hoogte ingaan; gedijen; groeien; groter worden; omhooggaan; opzetten; stijgen; toenemen; vermeerderen
|
append
|
bijdoen; bijsluiten; bijvoegen; erbij voegen; toevoegen
|
toevoegen
|
besiege
|
bijsluiten; bijvoegen; insluiten; toevoegen
|
belegeren; insluiten; omsingelen; omsluiten
|
besieged
|
bijsluiten; bijvoegen; insluiten; toevoegen
|
|
besieges
|
bijsluiten; bijvoegen; insluiten; toevoegen
|
|
cover
|
bijsluiten; bijvoegen; insluiten; toevoegen
|
afdekken; afleggen; afschermen; afschutten; bedekken; bekleden; bemantelen; beschermen; beschrijven; beschutten; dekken; hullen; indekken; inhullen; kaften; maskeren; mededelen; meters maken; omhullen; overdekken; overkappen; overkoepelen; overtrekken; overwelven; stofferen; uiteenzetten; van bekleding voorzien; verhalen; verhullen; versluieren; vertellen; zeggen
|
encapsulate
|
bijsluiten; bijvoegen; insluiten; toevoegen
|
beperken; indammen; inkapselen; inperken; limiteren; omvatten
|
enclose
|
bijsluiten; bijvoegen; insluiten; toevoegen
|
afgrenzen; begrenzen; beperken; indammen; inkapselen; inperken; limiteren; omvatten; van afsluitende laag voorzien; van grenzen voorzien
|
evnvelope
|
bijsluiten; bijvoegen; insluiten; toevoegen
|
|
join
|
bijdoen; bijsluiten; bijvoegen; erbij voegen; toevoegen
|
aaneenlassen; aaneenschakelen; aansluiten; bij elkaar brengen; bijeen komen; bijeenbrengen; bijvoegen; binden; bundelen; combineren; concentreren; deelnemen; een combinatie maken; erbij komen; in de val laten lopen; knevelen; knopen; koppelen; lassen; meedoen; participeren; samenbrengen; samenkomen; samenvoegen; strikken; vastbinden; vastmaken; verbinden; voegen; zich voegen
|
surround
|
bijsluiten; bijvoegen; insluiten; toevoegen
|
afgrenzen; begrenzen; inkapselen; insluiten; omcirkelen; omgeven; omringen; omsingelen; omsluiten; van afsluitende laag voorzien; van grenzen voorzien
|
wrap up
|
bijsluiten; bijvoegen; insluiten; toevoegen
|
emballeren; inpakken; inwikkelen; verpakken; wikkelen
|
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
besieged
|
|
ingesloten; omsingeld
|
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
join
|
|
mede; mee
|