Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. bevredigd:
  2. bevredigen:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor bevredigd (Nederlands) in het Engels

bevredigd:

bevredigd bijvoeglijk naamwoord

  1. bevredigd (voldaan; tevreden; vergenoegd; verzadigd; genoeg)
    satisfied; fullfilled; satiated; contented

Vertaal Matrix voor bevredigd:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
contented bevredigd; genoeg; tevreden; vergenoegd; verzadigd; voldaan gelukkig; tevreden; vergenoegd; voldaan
satiated bevredigd; genoeg; tevreden; vergenoegd; verzadigd; voldaan oververzadigd
satisfied bevredigd; genoeg; tevreden; vergenoegd; verzadigd; voldaan blij; blijgestemd; blijmoedig; opgetogen; opgewekt; verblijd; verheugd; verzadigd; vol; volgegeten; vrolijk
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fullfilled bevredigd; genoeg; tevreden; vergenoegd; verzadigd; voldaan

bevredigen:

bevredigen werkwoord (bevredig, bevredigt, bevredigde, bevredigden, bevredigd)

  1. bevredigen (voldoening geven; begeerte stillen)
    to satisfy; to allay; to soothe; to please; to saturate; to hush; to tranquillize; to satiate; to quiet; to silence; to tranquilize; to tranquillise
    • satisfy werkwoord (satisfies, satisfied, satisfying)
    • allay werkwoord (allaies, allayed, allaying)
    • soothe werkwoord (soothes, soothed, soothing)
    • please werkwoord (pleases, pleased, pleasing)
    • saturate werkwoord (saturates, saturated, saturating)
    • hush werkwoord (hushes, hushed, hushing)
    • tranquillize werkwoord, Amerikaans (tranquillizes, tranquillized, tranquillizing)
    • satiate werkwoord (satiates, satiated, satiating)
    • quiet werkwoord (quiets, quieted, quieting)
    • silence werkwoord (silences, silenced, silencing)
    • tranquilize werkwoord, Amerikaans
    • tranquillise werkwoord, Brits

Conjugations for bevredigen:

o.t.t.
  1. bevredig
  2. bevredigt
  3. bevredigt
  4. bevredigen
  5. bevredigen
  6. bevredigen
o.v.t.
  1. bevredigde
  2. bevredigde
  3. bevredigde
  4. bevredigden
  5. bevredigden
  6. bevredigden
v.t.t.
  1. heb bevredigd
  2. hebt bevredigd
  3. heeft bevredigd
  4. hebben bevredigd
  5. hebben bevredigd
  6. hebben bevredigd
v.v.t.
  1. had bevredigd
  2. had bevredigd
  3. had bevredigd
  4. hadden bevredigd
  5. hadden bevredigd
  6. hadden bevredigd
o.t.t.t.
  1. zal bevredigen
  2. zult bevredigen
  3. zal bevredigen
  4. zullen bevredigen
  5. zullen bevredigen
  6. zullen bevredigen
o.v.t.t.
  1. zou bevredigen
  2. zou bevredigen
  3. zou bevredigen
  4. zouden bevredigen
  5. zouden bevredigen
  6. zouden bevredigen
diversen
  1. bevredig!
  2. bevredigt!
  3. bevredigd
  4. bevredigend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor bevredigen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
quiet kalmte; rust; stilheid; stilte; vredigheid
silence kalmte; rust; stilheid; stilte; stilzwijgen; stilzwijgendheid; vredigheid; zwijgen; zwijgzaamheid
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
allay begeerte stillen; bevredigen; voldoening geven geruststellen; luwen; tot bedaren komen; uitwoeden; verflauwen; wegsterven
hush begeerte stillen; bevredigen; voldoening geven
please begeerte stillen; bevredigen; voldoening geven aangenaam aandoen; aangenaam maken; aanstaan; behagen; believen; bevallen; blij maken; gelieven; goeddunken; plezieren; tevreden stellen; tevredenstellen; vergenoegen
quiet begeerte stillen; bevredigen; voldoening geven
satiate begeerte stillen; bevredigen; voldoening geven honger stillen; verzadigen; zich de buik vol eten
satisfy begeerte stillen; bevredigen; voldoening geven honger stillen; tevreden stellen; vergenoegen; verzadigen; zich de buik vol eten
saturate begeerte stillen; bevredigen; voldoening geven honger stillen; verzadigd maken; verzadigen
silence begeerte stillen; bevredigen; voldoening geven het zwijgen opleggen; laten zwijgen
soothe begeerte stillen; bevredigen; voldoening geven bedaren; geruststellen; kalmeren; lenigen; luwen; sussen; tot bedaren komen; tot kalmte manen; uitwoeden; verflauwen; verlichten; vervriendelijken; verzachten; wegsterven
tranquilize begeerte stillen; bevredigen; voldoening geven
tranquillise begeerte stillen; bevredigen; voldoening geven
tranquillize begeerte stillen; bevredigen; voldoening geven
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
please ach; alsjeblieft; alstublieft; s.v.p.; toe
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
quiet bedaard; gelijkmoedig; gerust; kalm; kalmpjes; onbewogen; rustig; rustige; sereen; stil; vredig; vreedzaam

Wiktionary: bevredigen

bevredigen
verb
  1. beantwoorden aan een sterk verlangen
bevredigen
verb
  1. to meet needs, to fulfill

Cross Translation:
FromToVia
bevredigen meet with; satisfy; content; gratify contenterrendre quelqu’un content en lui procurer ce qu’il souhaiter avoir.
bevredigen satisfy; meet with; content; gratify satisfaire — Traductions à trier suivant le sens