Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. bevlieging:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor bevlieging (Nederlands) in het Engels

bevlieging:

bevlieging [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de bevlieging (opwelling; vlaag; aanval)
    the spur of the moment; the caprice; the whim; the burst

Vertaal Matrix voor bevlieging:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
burst aanval; bevlieging; opwelling; vlaag vleug
caprice aanval; bevlieging; opwelling; vlaag bui; gril; impuls; kuur; luim; nuk; opwelling; prikkel
spur of the moment aanval; bevlieging; opwelling; vlaag bui; gril; kuur; luim; nuk
whim aanval; bevlieging; opwelling; vlaag bui; gril; impuls; kuur; luim; nuk; opwelling; prikkel
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
burst aan stukken springen; exploderen; klappen; ontploffen; springen; uit elkaar spatten; uit elkaar springen
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
burst impulsief; in een opwelling

Verwante woorden van "bevlieging":

  • bevliegingen

Wiktionary: bevlieging

bevlieging
noun
  1. a short-lived and unrequited love or infatuation